AF Flashcards
anatomie
ontleedkunde
fysiologie
functies van levende lichaam
chromosoon
drager van erfelijk materiaal (spaghetti slierten in de celkern)
perifeer
aan de uiteinden = NIET in het midden.
inwendig milieu
de waterige ruimte tussen de cellen (soms ook wel weefselvloeistof genoemd)
ventraal
aan de buikzijde gelegen
internus
inwendig
abdomen
buikholte
anastomose
verbinding tussen (slag)ader en(slag)ader
subpapillaire vaatnetwerk
geeft voeding en zuurstof aan de opperhuid
palatum
gehemelte
uvula
huig
labiae
lippen
os
via de mond/oraal
os maxilla
bovenkaak
os mandibula
onderkaak
A.
Arteria = Slagader
V.
vena = ader
N.
nervus = zenuw
M.
musculus = spier
M.
musculus = spier
epidermis
opperhuid
dermis
lederhuid
subcutis
onderhuids bindweefsel
cutis
huid
reticulair
netvormig/netwerk
papillair
iets met kleine verhoginkjes/knoppen met papillen
lunula
zichtbare nagelwortel
arterie
slagader