Adjectives & Adverbs Flashcards
aanwezig
present (here)
aardig
kind, friendly
afhankelijk
dependent
afzonderlijk
separate
algemeen
general
arm
poor
automatisch
automatic
bedroefd
sad
belangrijk
important
best
best
beter
better
bewust
conscious
bijzonder *
special
bitter
bitter
blij
happy, glad
boos
angry
breed
wide
chemisch
chemical
compleet
complete
degelijk
sound, solid
dezelfde
the same
dicht
shut, closed
dichtbij
close
diep
deep
dik
fat, thick
dom
dumb
donker
dark
dood
dead
droog
dry
druk
busy
duidelijk
clear
dun
thin
duur
expensive, dear
dwaas
foolish
een beetje
a little
eenvoudig
simple, basic
eerste
first
electrisch
electrical
ernstig
serious
evenwijdig
parallel
flexibel
elastic
fout
wrong
gebroken
broken (in pieces)
gecompliceerd
complicated
gedeeltelijk
in part
geheim
secret
gek
crazy
gelijkwaardig
(of) equal (value)
gemakkelijk
easy
gemeen
mean
gemengd
mixed
gemiddeld
average
gesneden
cut
getrouwd
married
gewelddadig
violent
gewoon
common, usual
gezond
healthy
glad
smooth; slippery
goed
good, well; right, correct
goedkoop
cheap, inexpensive
groot
large; big; tall; great
hard
hard
helder
clear
hetzelfde
the same
hol
hollow
hoog
high
hoogstens
at most
ingewikkeld
complex
jong
young
juist
correct
klaar
ready, finished
klein
small, little
kleverig
sticky