Actua-Taal Flashcards

1
Q

Theocratie

A

Staatsvorm waarin godheid als onmiddellijke gezagshouder wordt beschouwt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Raad van Staten

A

instelling met tweevoudige taak: advies geven over wettigheid overheidsbeslissing EN als administratieve rechtbank oordelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

CAO

A

Collectieve Arbeidsovereenkomsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bilateraal

A

wat van twee kanten komt door onderhandelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Cliëntelisme

A

gunsten verstrekken in ruil voor politieke steun

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Anciënniteit

A

periode dat persoon verbonden is aan bepaalde organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Winkelhieren

A

Winkelen bij plaatselijke handelaars

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Tweede Pensioenpijler

A

bijkomend pensioenpotje om verschillen tussen pensioen van ambtenaren en privé-sector te compenseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Fractie

A

alle leden van een politieke partij binnen parlement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welvaartsstaat

A

bestuursvorm waarin overheid maatregelen treft om welzijn burgers te verzekeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Tinnitus

A

irritant geluid door gehoorschade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Antisemitisme

A

jodenhaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Aantijging

A

beschuldiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Polarisatie

A

tegenstelling tussen groepen (politieke partijen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Trol

A

iemand die onrust zaait op het internet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Demonstratie

A

betoging

17
Q

Flaming

A

kwetsende e-mails sturen

18
Q

Subversief

A

gericht tegen bestaande orde

19
Q

Confederalisme

A

staatsmodel waarbij macht bij deelstaten ligt, niet bij centrale overheid

20
Q

Meritocratie

A

maatschappijmodel waarbij sociaal-economische positie wordt bepaald door persoonlijke verdiensten

21
Q

Inflatie

A

Algemene prijssteiging

22
Q

Activist

A

iemand die buiten parlement strijd voor politieke veranderingen

23
Q

Boomer

A

persoon van gevorderde leeftijd

24
Q

BBP

A

Bruto-Binnenlands Product

25
Q

Raid

A

stormaanval

26
Q

Conjuctuur

A

Versnelling of vertraging in groeitempo van nationaal product

27
Q

Guerilla

A

ongeregelde kleine gewapende groep tegen het leger

28
Q

Het glazen plafond

A

vrouwen kunnen maar tot een bepaald niveau klimmen

29
Q

Het middenveld

A

organisaties die ontstaan uit de samenleving die belangen van groep individuen vertegenwoordigen

30
Q

Fundamentalisme

A

strenge benadering van godsdienst die leidt tot onverdraagzaamheid