Aardrijkskunde wonen in Nederland hoofdstuk 3 Flashcards
agglomeratie
een stad met daaraan vastgegroeide (voor)steden
belevingseconomie
economie waarbij niet het product of dienst centraal staat maar de beleving voor de klant
circulaire economie
economie waarbij niets wordt weggegooid en alles wordt hergebruikt
creatieve stad
stad waar veel nieuwe ontwikkelingen en innovatieve activiteiten plaatsvinden. Een relatief groot aandeel van de stedelijke beroepsbevolking werkt in beroepen en bedrijfstypen gericht op de exploitatie van kunstzinnigheid en intellectueel eigendom. Voorbeelden hiervan zijn sectoren als de beeldende kunst, ambachten, muziek, reclame, vormgeving en softwareontwikkeling
demografische krimp
afname van de bevolking in een bepaald gebied (bevolkingskrimp)
energietransitie
overgang van het gebruik van fossiele energiebronnen naar duurzame energiebronnen
grootstedelijke functie
functie die je alleen in of bij grote steden kunt vinden, zoals een concertgebouw, hoger onderwijs, academisch ziekenhuis, groot winkelcentrum of vliegveld
kenniseconomie
economie van een land of stad, waarbij een groot deel van de economische groei voortkomt uit de ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologie
reikwijdte
de maximale afstand die mensen willen reizen om gebruik te maken van een voorziening
sciencepark
een gebied, vaak bij een universiteit, waar hoger onderwijs, hoogwaardig onderzoek en kennisintensieve bedrijven bij elkaar zitten, wat mogelijkheden schept om van elkaars aanwezigheid en kennis gebruik te maken.
smart city
stad die door de inzet van slimme technologie, creativiteit, innovatie en kennis aantrekkelijker, duurzamer en leefbaarder wil worden
stadsgewest
stad met voorsteden eromheen die onderling veel contact hebben
stedelijk gebied
stadsgewesten die (bijna) aan elkaar zijn vastgegroeid
verzorgingsgebied
het gebied rondom een stad dat voor alle stedelijke voorzieningen is aangewezen op die stad
voorzieningenniveau
het aanbod bedrijven, activiteiten en diensten in een gepaald gebied
een stad met daaraan vastgegroeide (voor)steden
agglomeratie
economie waarbij niet het product of dienst centraal staat maar de beleving voor de klant
belevingseconomie
economie waarbij niets wordt weggegooid en alles wordt hergebruikt
circulaire economie
stad waar veel nieuwe ontwikkelingen en innovatieve activiteiten plaatsvinden. Een relatief groot aandeel van de stedelijke beroepsbevolking werkt in beroepen en bedrijfstypen gericht op de exploitatie van kunstzinnigheid en intellectueel eigendom. Voorbeelden hiervan zijn sectoren als de beeldende kunst, ambachten, muziek, reclame, vormgeving en softwareontwikkeling
creatieve stad
afname van de bevolking in een bepaald gebied (bevolkingskrimp)
demografische krimp
overgang van het gebruik van fossiele energiebronnen naar duurzame energiebronnen
energietransitie
functie die je alleen in of bij grote steden kunt vinden, zoals een concertgebouw, hoger onderwijs, academisch ziekenhuis, groot winkelcentrum of vliegveld
grootstedelijke functie
economie van een land of stad, waarbij een groot deel van de economische groei voortkomt uit de ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologie
kenniseconomie
de maximale afstand die mensen willen reizen om gebruik te maken van een voorziening
reikwijdte
een gebied, vaak bij een universiteit, waar hoger onderwijs, hoogwaardig onderzoek en kennisintensieve bedrijven bij elkaar zitten, wat mogelijkheden schept om van elkaars aanwezigheid en kennis gebruik te maken.
sciencepark
stad die door de inzet van slimme technologie, creativiteit, innovatie en kennis aantrekkelijker, duurzamer en leefbaarder wil worden
smart city
stad met voorsteden eromheen die onderling veel contact hebben
stadsgewest
stadsgewesten die (bijna) aan elkaar zijn vastgegroeid
stedelijk gebied
het gebied rondom een stad dat voor alle stedelijke voorzieningen is aangewezen op die stad
verzorgingsgebied
het aanbod bedrijven, activiteiten en diensten in een gepaald gebied
voorzieningenniveau