aardrijkskunde 4/02 Flashcards

1
Q

Wat zijn de vier hoofdrolspelers van het systeem aarde?

A

De geosfeer, de atmosfeer, de hydrosfeer en de biosfeer

Deze sferen zijn onderling verbonden via complexe relaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat omvat de hydrosfeer?

A

Al het water, inclusief water in vaste vorm zoals sneeuw, ijs en permafrost, ook wel aangeduid als cryosfeer

De hydrosfeer speelt een cruciale rol in het ecosysteem aarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe is de aarde ontstaan?

A

De aarde is ontstaan 4,5 miljard jaar geleden uit een verdichting van een gas- en stofwolk

Zwaartekracht trok de wolk samen tot een hete, taaivloeibare planeet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de belangrijkste chemische elementen in de primaire atmosfeer?

A

Waterstof en helium

Deze elementen konden niet lang door de kleine aarde worden vastgehouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat veroorzaakte de secundaire atmosfeer?

A

Vulkanische activiteit die leidde tot outgassing van gassen zoals waterdamp en koolstofdioxide

Dit resulteerde in een veel dichtere atmosfeer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurde er met de eerste oceanen op aarde?

A

De waterdamp condenseerde tot water en vormde oceanen

Dit gebeurde toen de jonge aarde voldoende was afgekoeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de tertiaire atmosfeer?

A

De atmosfeer van 2,5 miljard jaar geleden tot nu, waarin vrije zuurstof aanwezig is door fotosynthese

Deze zuurstof werd vastgelegd in gesteenten en leidde tot een daling van het koolstofdioxidegehalte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn banded iron formations?

A

Gesteentelagen gevormd door de reactie van opgelost ijzer met zuurstof in de oceanen

Dit proces leidde tot het neerslaan van ijzeroxiden op de bodem van de oceanen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de cryosfeer?

A

De schil van de aarde die bestaat uit ijs en sneeuw

De cryosfeer is een onderdeel van de hydrosfeer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat markeert het begin van de geologische tijdschaal?

A

Het ontstaan van de aarde ongeveer 4,6 miljard jaar geleden

Deze tijdschaal is verdeeld in verschillende tijdperken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat kenmerkt het Precambrium?

A

De periode van 4.600 miljoen jaar geleden tot 570 miljoen jaar geleden, waarin het eerste leven zich ontwikkelde

Bacteriën waren de eerste levensvormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurde er tijdens het Paleozoïcum?

A

Ontwikkeling van meercellige organismen en de eerste grote dieren

Deze periode omvat verschillende tijdsperken zoals Cambrium en Ordovicium.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een kenmerk van het Mesozoïcum?

A

De opkomst van de dinosauriërs en het supercontinent Pangaea

Dit tijdperk omvat de Trias, Jura en Krijt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat gebeurde er aan het einde van het Krijt?

A

Het uitsterven van de dinosauriërs, waarschijnlijk door een meteorietinslag

Dit markeerde een belangrijke overgang in de geologische tijdschaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de ijstijden in het Kwartair?

A

De glacialen en interglacialen die zich gedurende de laatste 2,5 miljoen jaar hebben voorgedaan

Het Holoceen, waarin we nu leven, is een relatief warme periode.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vul in: De huidige atmosfeer bevat een _____ concentratie zuurstof door fotosynthese.

17
Q

Wat is de rol van de zon in het systeem aarde?

A

De zon levert de noodzakelijke energie voor het hele systeem

Dit is cruciaal voor de processen in de geosfeer, hydrosfeer, atmosfeer en biosfeer.

18
Q

Wat zijn de twee hoofdperioden van het Kwartair?

A

Pleistoceen en Holoceen

Het Pleistoceen duurde van 2,5 miljoen jaar geleden tot 10.000 jaar geleden en omvat de ijstijden, terwijl het Holoceen de periode is vanaf 10.000 jaar geleden tot nu.

19
Q

Wat gebeurt er tijdens de glacialen en interglacialen?

A

Glacialen zijn ijstijden en interglacialen zijn tussenperioden

De glacialen worden gekarakteriseerd door lagere temperaturen en uitgebreide ijskappen.

20
Q

Wanneer begon en eindigde het Hadeaan?

A

Begon 4,6 miljard jaar geleden en eindigde 4 miljard jaar geleden

Dit is het enige Eon zonder fossielen vanwege de onleefbare omstandigheden.

21
Q

Wat markeert het einde van het Hadeaan?

A

De afkoeling van de aardkorst

Dit leidde tot de vorming van de continenten.

22
Q

Wat zijn stromatolieten?

A

Fossielen van eencellige microben

Deze vormden zich in de oerzeeën tijdens het Archeaan.

23
Q

Wat was de samenstelling van de atmosfeer tijdens het Archeaan?

A

Hoofdzakelijk koolstofdioxide

Pas later, met de komst van bacteriën, kwam er zuurstof in de atmosfeer.

24
Q

Wat betekent het Eon ‘Fanerozoïcum’?

A

Duidelijk, zichtbaar leven

Dit Eon begon ongeveer 541 miljoen jaar geleden.

25
Wat wordt de 'biologische big bang' genoemd?
De Cambrische explosie ## Footnote Dit markeert een periode van snelle evolutie en diversificatie van leven op aarde.
26
Wat gebeurde er aan het einde van het Paleozoïcum?
Een massa-extinctie waarbij 70% van de gewervelde landdieren en 96% van het mariene leven uitstierf ## Footnote Dit gebeurde ongeveer 250 miljoen jaar geleden.
27
Wat was de oorzaak van de massa-extinctie aan het einde van het Paleozoïcum?
Meerdere oorzaken, waaronder klimaatverandering en vulkanische activiteit ## Footnote Deze factoren hebben bijgedragen aan de grote sterfte op aarde.
28
Wat is het Mesozoïcum vooral bekend voor?
Het voorkomen van dinosaurussen ## Footnote Dinosaurussen stierven uit door een grote meteorietinslag 66 miljoen jaar geleden.
29
Wat gebeurde er door de meteorietinslag 66 miljoen jaar geleden?
Grote hoeveelheden as in de atmosfeer die het zonlicht blokkeerden ## Footnote Dit leidde tot het uitsterven van de dinosaurussen.
30
Wat is het laatste ERA van de geologische tijdschaal?
Het Cenozoïcum ## Footnote Dit ERA beslaat de laatste 66 miljoen jaar.
31
Wat zijn de twee belangrijke gebeurtenissen die de evolutie van de mens beïnvloedden?
Het verliezen van de vacht en het ontwikkelen van een taal ## Footnote Deze gebeurtenissen hebben geleid tot de ontwikkeling van de moderne mens, de Homo sapiens.
32
Wanneer eindigde de laatste ijstijd?
Ongeveer 10.000 jaar geleden ## Footnote Sindsdien heeft de aarde verschillende warmere periodes doorgemaakt.
33
Wanneer begon de invloed van de ijstijden op aarde?
Ongeveer 2,5 miljoen jaar geleden ## Footnote In deze periode zijn er zes grote ijstijden geweest.
34
Vul in: Als de aarde gekenmerkt wordt door een ijstijd, dan ligt logischerwijs de zeespiegel ______.
veel lager ## Footnote Dit komt omdat er meer water bevroren is op het land en in grotere ijskappen op aarde.