7 Flashcards

1
Q

Wat is een natie?

A

Een groep mensen (het volk) met gemeenschappelijke kenmerken zoals taal, woonplaats, religie, voorouders, huidskleur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een natiestaat?

A

Een land waar één natie leeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Definieer nationalisme.

A

Voorliefde voor het eigen volk, meestal gepaard met een zekere afkeer voor het vreemde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem de verschillende vormen van nationalisme.

A
  • Staatsnationalisme
  • Volksnationalisme
  • Politiek nationalisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de kenmerken van staatsnationalisme?

A
  • De staat vormt de natie
  • Iedereen moet zich aanpassen aan de staat
  • De staat bepaalt de kenmerken
  • Één volk
  • Doel: oorlog uitlokken met het buitenland
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt volksnationalisme in?

A

Etnisch nationalisme, waarbij de natie gevormd wordt vanuit etnische kenmerken en geboorte meestal bepaalt tot welke natie je hoort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is politiek nationalisme?

A

Iedereen die aan de voorwaarden voldoet kan als burger van een politieke natie erkend worden, onafhankelijk van afkomst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat was de situatie voor de Franse Revolutie?

A

Verbondenheid met de eigen streek, waarbij men toestemming aan de baron moest vragen om te reizen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat was een gevolg van de Franse Revolutie?

A
  • Napoleon reorganiseert Europa
  • Ontstaan van natiegevoel
  • Vernietiging van banden en structuren
  • Gebruik van symbolen zoals vlag en lied
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat was het doel van het Congres van Wenen (1814-1815)?

A

Creëren van een politieke machtsbalans in Europa om te vermijden dat er na Napoleon iemand opstaat die Europa kan veroveren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de gevolgen van nationalisme voor staten?

A
  • Nationalisme verscheurt staten
  • Nieuwe grenzen worden getrokken in het belang van vorsten
  • Onafhankelijkheidsbewegingen ontstaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe verenigt nationalisme volken?

A
  • Tijdens de Industriële Revolutie werd handelsverkeer internationaler
  • Er ontstonden grotere productie-eenheden
  • Naties of volkeren moesten gevormd worden voor het bestaan van staten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vul in: Het nationalisme dat leidde tot de eenmaking van Italië en Duitsland wordt aangeduid als _______.

A

[opbouwend nationalisme]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar leidde de internationale handel tijdens de Industriële Revolutie toe?

A

Noodzaak van goede regelgeving en algemeen aanvaard gezag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is ontbindend nationalisme?

A

Nationalisme dat leidt tot verzet en opstand van de rijke bevolking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly