Aardrijkskunde😩🤬 Flashcards

(56 cards)

1
Q

Je kunt de korrels tellen

A

Los. grind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De steen bruist met zuur en is niet krasbaar met de vingernagel (hij is Licht geel)

A

Vast. Kalksteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Je kunt geen korrels zien of voelen in de steen,maar er zijn wel fijne laagjes zichtbaar

A

Vast. Leisteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het is een heel harde steen die uit 3 kleuren bestaat
Roze grijze en witte vlakken van een halve centimeter zijn er heel duidelijk in te zien

A

Vast. Graniet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Het is een zeer gladde steen waarin totaal geen korrels in te zien zijn

A

Vast. Kleisteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Je kunt de korrels niet meer tellen of voelen maar ze blijven wel aan je vingers kleven

A

Los. Klei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De steen bestaat uit aan elkaar gekitte grindkorrels

A

Vast. Conglomeraat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Je kunt de korrels niet meer tellen of voelen
De korrels kleven niet aan je vingers

A

Los. Leem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Het is een zachte steen met een witte kleur je kunt er gemakelijk in krassen en hij bruist met zuur

A

Vast. Krijt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een steen met erg klein wit en vooral grijze spikkels

A

Vast. Porfier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Is een steen van 5cm breed als je over de steen wrijft kunt je de korrels voelen

A

Vast. Zandsteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Je kunt de korrels niet meer tellen , wel nog voelen

A

Los. Zand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

In deze blauwgrijze steen kun je de sporen van zeedieren

A

Vast Arduin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Het is een heel harde steen waarvan je kunt geen korrels voelen hij is niet glad en er zijn oak geen laagjes zichtbaar je kunt de steen niet krassen met een metalen pin

A

Vast. Kwartsiet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de horizonlijn van een berg

A

Kantig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de heiling van een berg

A

Steil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is het hoogteverschil van een berg

A

Groot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de horizonlijn van een heuvel

A

Golvend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de Heiling van een heuvel

A

Matig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de hoogteverschil van een heuvel

A

Matig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de horizonlijn Van een vlakte

A

Recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de Heiling van een vlakte

A

Zwak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is de hoogteverschil van een vlakte

24
Q

HOrizonlijn plateau

25
Heiling plateau
Matig tot steil
26
Verwering
Natuurlijke proces waarbij materiaal verandertonder invloed van weer ,klimaat en ecsogene krachten
27
Ecsogene krachten:
Processen buiten de aardkorst
28
Sedimentaitie:
Zinken van verweringsmateriaal als de transportssnelheid van erosie krachten afneemt
29
←→ =
divergent
30
→← =
convergent
31
⇛⇙ =
subductie
32
Wat is het verschil tussen de bodem en de ondergrond?
De bovenste, losse gedeelte van de aarde waarin de plantgroei het gesteente beinvloedt, noemen we de bodem
33
snelheid van doorsijpelen:grind
snel
34
graad van doorlatenheid: grind
zeer sterk
35
Korrelgrootte: zand
matig
36
snelheid van doorsijpelen: zand
Matig
37
Graad van doorlatenheid: zand
sterk
38
Korrelgrootte: leem
klein
39
Snelheid van doorsijpelen: leem
traag
40
Graad van doorlatendheid: leem
matig
41
Korrelgrootte: klei
zeer klein
42
Snelheid van doorsijpelen: klei
zeer traag
43
Graad van doorlatenheid:klei
zwak
44
Toepassing van losse gesteenten: Grind
-aanmaak van beton -wegenaanleg
45
Toepassing van losse gesteenten: Zand
-aanmaak van mortel - ondersteuning van vloer
46
Toepassing van losse gesteenten: Klei
-bakstenen, dakpannen - keramiek - porcelein: zuivere klei
47
Toepassingen van vaste gesteenten: Zandsteen
- bouwsteen - steenslag
48
Toepassing van vaste gesteenten: Leisteen
- dakbedekking
49
Toepassing van vaste gesteenten: Kalksteen
- cement - steenslag - vensterbanken - kunstvoorwerp
50
De hoogte verschil van een plateau
Klein
51
Een laagland
tot 200m
52
Een middelland
200-2000m
53
Een hoogland
boven 2000m
54
Erosie :
De afgebroken gesteenten komen in beweging onder invloed van de zwaartekracht. Ze verplaatsen zich doorheen gebieden. Erosie zorgt er dus voor dat je aandere reliefvormen krijgt in het landschap
55
Wat is een valei of een dal?
Een verlaging in het landschap
56
Wat zijn dalflanken?
De hellingengsvlakken van een dal