Aarderijkskunde Flashcards

1
Q

Ontgroening

A

De afname van het aandeel jongeren in de bevolking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aantrekkingsfactor

A

Reden om naar een gebied toe te gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Afstotingsfactor

A

Reden om uit een gebied weg te gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Agglomeratie

A

Een stad met daaraan vast gegroeide steden en dorpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Congestie

A

Als door verkeersdrukte de wegen verstopt raken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Immigratie

A

Mensen die zich in een bepaald land vestigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Emigratie

A

Het verhuizen naar een ander land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Remigratie

A

Terugkeer naar gebied waar je ooit vandaan bent verhuisd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Mobiliteit

A

De verplaatsing van mensen en goederen met behulp van een vervoersmiddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Megastad

A

Stad met meer dan 10 miljoen inwoners

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Migrant

A

Iemand die verhuist buiten zijn eigen woonplaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Integratie

A

Meedoen aan de maatschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geboortegolf

A

Een periode met hoge geboortecijfers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Forensisme

A

Het heen en weer rijden tussen woon en werk plek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Drempelwaarde

A

Het minimum aantal klanten dat een voorziening nodig heeft om te kunnen bestaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

4 soorten immigranten in nederland

A
  • gastarbeiders
  • inwoners van Nederlandse koloniën
  • vluchtelingen (economische vluchtelingen )
  • seizoensmigranten
17
Q

Gezinshereniging

A

Immigratie van familie van een immigrant die al jaren eerder is verhuisd

18
Q

Gevolgen bevolkingsgroep ( hoofdstuk 1 )

A
  • de vergrijzing neemt toe

- voorzieningen moeten sluiten (door te weinig klanten )

19
Q

Reikwijdte

A

Maximale afstand die mensen willen afleggen om van voorzieningen gebruik te maken

20
Q

Urbanisatie

A

De groei van het aantal stadsbewoners

21
Q

2 factoren waardoor mensen kunnen verhuizen naar het platteland

A
  • welvaart

- mobiliteit

22
Q

Wat is vergrijzing

A

De toename van het aantal 65 plussers in de bevolking

23
Q

Demografische transitie

A

De overgang van hoge geboortecijfers en hoge sterftecijfers naar lage geboortecijfers en lage sterftecijfers