aard Flashcards

1
Q

heelal

A

alles wat bestaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hemellichamen

A

objecten in de ruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

telescopen

A

instrumenten die hemellichamen observeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

satelliet

A

draaien in een baan rond een planeet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ruimtesonde

A

toestel voor onderzoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ISS

A

internationaal ruimtestation die in een baan rond de aarde draait

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

sterrenbeeld

A

groot systeem van sterren en andere objecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

melkweg

A

het sterrenstelsel waarin ons zonnestelsel zich bevindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

lichtjaar

A

afstand die licht in een jaar aflegt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

big bang

A

theorie over het ontstaan van het universum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

planeet

A

groot object die in een baan rond een ster draait

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

planetenstelsel

A

groep van planeten rond een ster

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

zonnestelsel

A

ons systeem met de zon en planeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

exoplaneten

A

planeten buiten ons zonnestelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

terrestrische planeten

A

bestaan uit steenachtige materiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

gasreuzen

A

grote planeten van gas

17
Q

ijsplaneten

A

planeten uit ijs en gas

18
Q

manen

A

die om een planeet of een ander hemellichaam draaien.

19
Q

planetoide

A

puin en rotsblokken die geen planeet zijn geworden

20
Q

kuipergordel

A

regio buiten neptunus met ijzige objecten

21
Q

wolk van oort

A

hypothetische wolk van kometen

22
Q

komeet

A

object uit ijs en stof dat een staart heeft

23
Q

meteoor

A

vallend object in de atmosfeer

24
Q

meteoriet

A

object dat de aarde bereikt

25
Q

inslagkrater

A

krater door een botsing

26
Q

aardrotatie

A

de draaiing van de aarde om haar as

27
Q

dagboog

A

de schijnbare baan die de zon aan de hemel maakt

28
Q

culminatiehoogte

A

de zon staat op het hoogste punt van de dagboog

29
Q

zonnetijd

A

tijd gebaseerd op de positie van de zon aan de hemel

30
Q

uurgordels

A

gebieden op de aarde waarin dezelfde standaardtijd wordt gebruikt

31
Q

tijdzones

A

gebieden die dezelfde lokale tijd hanteren