Aandacht Flashcards

1
Q

Volkspsychologie

A

‘Gezond verstand’, intuïtieve, alledaagse theorie over het mentale
vb. We zien makkelijk of iemand aandacht heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Cocktail Party Effect

A

Actieve en passieve aandacht in drukke omgeving
- actief: je focust je actief op je eigen gesprek
- passief: je hoort ineens passief je naam in een ander gesprek
Aandacht is dys dynamisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De schijnwerper metafoor

A

Waar je aandacht ligt, wordt als het ware uitgeligt door een schijnwerper
–> In theater of mind staat het opt het podium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Volksidee

A
  • Aandacht structureert ervaring en bewustzijn
  • Aandacht veranderd de kwaliteit
  • Aandacht is dynamisch
    –> verbonden met perceptie, acties, bewustzijn en geheugen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Inattentional blindness

A

Het niet opmerken van een object, omdat de aandacht is gericht op een ander object
bv. Gorilla bij basketbal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Corticaal blind

A

Blind door storing in cortex, maar je ogen nemen nog wel waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Priming

A

Priming is een vorm van onbewust en pre-bewuste aandacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dorsale systeem voor aandacht

A

Top-Down: actieve aandacht gaat via het dorsale systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ventrale systeem voor aandacht

A

Botoom-up: Passieve aandacht gaat via het ventrale systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Globale aandacht

A

Aandacht verspreid over een grote omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Focale aandacht

A

Aandacht gericht op een specifiek punt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Andere vormen van aandacht

A
  • Globaal vs. focaal
  • Aan/uit vs. gradaties
  • Vrijwillig vs. onvrijwillig
  • Externe vs. interne
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Reductionistische aanpak

A

Een neuraal mechanismed identificeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Niet reductionistischee aanpak

A

Unificerende aandachtstheorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Eliminativisme

A

Aandacht als één concept bestaat niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Reductionistische aandachtstheorien

A

Aandacht is te reduceren tot mentale toestanden –> identificeerbaar door breinprocessen
- competative bias mechanisme
- aandacht als zender van informatie

17
Q

Competative Bias mechanisme
(Desimone en Duncan)

A

Neurale competitie, niet alles wordt verwerkt. De winnaar krijgt de aandacht
- wordt beinvloed door doelen, verwachtingen, emoties, geheugen etc.

18
Q

Aandacht als zender van informatie
(Jesse Prinz)

A

Aandacht zendt informatie naar het werkgeheugen (cognitief systeem voor tijdelijke info opslag)
- laagste niveau: causaal effect op ons, maar geen fenomenaal bewustzijn
- aandacht kiest wat hoger gaat –> naar werk geheugen

19
Q

Aandacht is noodzakelijk en voldoende voor bewustzijn

A

Noodzakelijk: geen aandacht is niet in bewustzijn
voldoende: meer dan aandacht is niet nodig

20
Q

Niet reductionistische aandachtstheorien

A
  • Aandacht als structured mechanisme
  • Toegangsbewustzijn
21
Q

Aandacht als structurerend mechanisme

A
  • Verschillende processen over aandacht
  • Aandacht creeert contrast –> volksidee
  • Aandacht is niet noodzakelijk voor bewustzijn
22
Q

Toegangsbewustzijn
(Ned Block)

A

Rapporteerbaar, oorzaak van handelen en oorzaak van redeneerprocessen

23
Q

Declean Smithies

A

Aandacht = rationeel toegangsbewustzijn