A2.1 Anderes Wordschaft Flashcards
voetbal
Fussball
bij voorbaat
im Voraus
joggen/lopen/r
Joggen/laufen
klimmen
Klettern
paardrijden
Reiten
Schaak
Schach
zwemmen
Schimmen
zeilen
Segeln
skieën
Ski Farhen
dansen
Tanzen
tennis
Tennis
tafeltennis
Tischtennis
voorstellen/introduceren
vorstellen
centimer
Zentimeter
mogen
dürfen
heten
heissen
naar uitkijken (te leren kennen)
freuen (freut mich)
kennen (iemand)
kennen
samenwerken
zusammenarbeiten
bekijken
ansehen
toewijzen
zuordnen
reageren
reagieren
verhuizen
umziehen
vrij hebben
frei haben
stressvol
stressig
opstaan
aufstehen
starten, aanvangen
anfangen
vroeg
früh
laat
spät
moe
müde
voor(heen)
vorher
want/omdat
weil
voor
für
bedanken
danken
uitleggen/verklaren
erklären
leiden/begeleiden
leiten
wensen
wünschen
(iets) laten weten
Bescheid sagen (Kannst du mir bitte Bescheid sagen?)
sluiten
schlieSen
beleefd
höflich
vriendelijk
freundlich
onvriendelijk
unfreundlich
aanbellen
klingen
opschrijven
aufschreiben
invullen
ausfüllen
terug komen
zurückkommen
hopen
hoffen
leren kennen
kennenlernen
het beste/bij voorkeur
am besten
gënant/pijnlijk
peinlich
ten laatste/uiterlijk
spätestens
trouwens
übrigens
natuurlijk
natürlich
ongeveer
ungefähr
uit’ verhuizen - to move out
ausziehen
meenemen
mitnehmen
hoe vaak?
Wie oft?
afgeven/overhandigen
abgeben
alleen
allein
ook, tevens, daarnaast
auSerdem
gelukkig
glücklich
namelijk
nämlich
terug gaan
zurückgehen
achter
hinter
naast
neben
oefenen
üben
er op
darauf
inrichten
einrichten
hangen
hängen
plaatsen/zetten
stellen
gooien/werpen
werfen
nieuwsgierig
neugierig
laag
niedrig
leuk
schön
groot
gross
ophangen
aufhängen
verbruiken
verbrauchen
breed
breit
gebruikt/nodig
gebraucht
gebruikt/nodig
benutzt
gebeuren
geschehen
onderhandelen
verhandeln
overeenkomen
einverstanden
accepteren
akzeptieren
verzenden
verschicken
niemand
niemand
opruimen
aufräumen
opruimen
ausrämen
inkopen/winkelen
einkaufen
gieten
giessen
schoonmaken
reinigen
spoelen
spülen
stofzuigen
staubsaugen
stof wegnemen
Staub wischen
wegnemen
wegbringen
weggooien
wegwerfen
op
dran
andere
sonstiges
verdelen
verteilen
bouwen
bauen
later
später
snijden
schneiden
knutselen
basteln
starten/oprichten
gründen
vast/permabebt (een vaste job)
fest - eine feste Stelle
spannend
spannend
gelukkig
zum Glück
verantwoordelijk
verantwortlich
sporten
Sport treiben
stressvol
anstrengend
vertellen
erzählen
weten/kennen
wissen
opvouwen
klappen
verliefd zijn
verliebt sein
echt
echt
jammer
schade
vanaf
ab
tot
bis
privé
privat
onderweg
unterwegs
op tijd
rechtzeitig
stipt, puntueel
pünktlich
ondersteunen
unterstützen
zich inschrijven
sich anmelden
aanbieden
anbieten
dragen
tragen
aandoen
anziehen
in het warenhuis
im Kaufhaus
acht jaar oud
achtjährig
proberen/passen
anprobieren
staan
stehen
passen (kleren proberen)
passen
strak
eng
breed
weit
daarna
nachher
chique
schick
dom
doof
opvallen
auffallen
skaten
skaten
wat voor een…
Was für ein…
bestellen
bestellen
elegant
elegant
kleurrijk
bunt
gooien/werpen (dobbelsteen)
würfeln
bij elkaar passen
zusammenpassen
gestreept
gestreift
geruit
kariert
verzorgd
gepflegt
uitzien
aussehen
gek
verrückt
onzeker
unsicher
lichtblond
hellblond
gelijk/maakt niet uit
egal
uitstappen
aussteigen
insteigen
einsteigen
overstappen
umsteigen
in de file staan
im Stau stehen
mobiel
mobil
af en toe
ab und zu
ideaal
ideal
meestens
meistens/meist
(na)vragen
nachfragen
nat
nass
regenen
regnen
sneeuwen
schneien
koud
kalt
warm
warm
transporteren
transportieren
als/wanneer (meerdere keren)
wenn
jong
jung
oud
alt
slim
klug
vaak vs zelden
oft vs seiten
lang vs kort
lang vs kurz
Scheit!
Mist!
menen
meinen
te voet
zu Fuss
langzaam vs snel
langsam vs schnell
grappig
lustig
comfortabel
bequem
ongeveer
etwa
er komen
hinkommen
klimaatvriendelijk
klimafreundlich
zeker
sicher
inzamelen
einsammeln
gezellig
gemütlich
hard
hart
moeilijk vs gemakkelijk
schwierig vs einfach
vergelijkbaar
ähnlich
om deze reden
deshalb
licht
leicht
zonder
ohne
parkeren
parken
positief vs begatief
positiv vs negativ
toekomstig
zukünftig
verlaten
verlassen
vluchten
fliegen
emigreren
auswandern
missen
vermissen
arm
arm
destijds
damals
wederzijds
gegenseitig
definitief
endgültig
dringend
dringen
gelijk hebben
recht haben
laten
lassen
in de open lucht (overnachten)
im Freien (übernachten)
afwisselend
abwechselnd
benaderukken
betonen
haten
hassen
gelijktijdig/tegelijkertijd
gleichzeitig
blij
froh
intussen
inzwischen
sportief
sportlich
verliezen
verlieren
meerdere keren
mehrmals
zenuwachtig, nerveus
nervös
geliefd
beliebt
openen
eröffnen
veranderen
verändern
bezichtigen
besichtigen
ontspannen
entspannen
aaien
streicheln
ervaren
erleben
regionaal
regional
discussiëren
diskutieren
reden
reden
voorstellen
vorschlagen
toeschouwen
zuschauen
kiezen
auswählen
goed/super
super/toll
bewolkt
bewölkt
winderig
windig
mistig
neblig
warù
heiss
zonnig
sonnig
glad
glatt
bliksem
blitzen
donder
donnern
ergeren
nerven
heengaan
hinfahren
prachtig
wunderschön
rondslenteren
bummeln
sommige
einige
midden
mitten
verdergaan
weitergehen
voederen
füttern
brullen
brüllen
bijhebben
dabeihaben
stromen
flieSen
ontdekken
entdecken
dagelijks
täglich
centraal
zentral
beginnen
starten
uitgeven
verbringen
demonstreren/tonen
demonstrieren
tegenovergestelde
gegenüber
daar vooraan
da vorne
rechtdoor
geradeaus
geniaal
genial
motiveren
motivieren
creëren
schaffen
prachtig
wunderbar
beroemd
berühmt
sociaal
sozial
overnachten
übernachten
weigeren
ablehnen
iets gepland hebben
vorhaben
ontvangen
erhalten
nodig
notwendig
zelfstandig
selbständig