A1S1 Herkansing Flashcards
Waar staat IT Security voor in het Service model?
Op welke plaats deze staat.
⦁ IT Security: Dit is het proces van het beveiligen van digitale informatie en systemen tegen ongeoorloofde toegang, gebruik, openbaarmaking, vernietiging of wijziging
Waar staat Servers voor in het Service model?
Op welke plaats deze staat.
⦁ Servers: Dit zijn computers die verantwoordelijk zijn voor het opslaan en leveren van informatie en diensten aan andere computers binnen een netwerk.
Waar staat databases voor in het Service model?
Op welke plaats deze staat.
⦁ Databases: Dit zijn gestructureerde verzamelingen van gegevens die zijn georganiseerd op een zodanige manier dat ze gemakkelijk kunnen worden beheerd, bijgewerkt en opgevraagd.
Waar staat Network voor in het Service model?
Op welke plaats deze staat.
⦁ Networks: Dit zijn systemen van computers en apparaten die met elkaar verbonden zijn om informatie en middelen te delen.
Waar staat Application voor in het Service model?
Op welke plaats deze staat.
⦁ Applications: Dit zijn softwareprogramma’s die zijn ontworpen om specifieke taken uit te voeren op een computer of mobiel apparaat.
Waar staat Cloud & virtualization voor in het Service model?
Op welke plaats deze staat.
⦁ Cloud & Virtualization: Dit is de technologie die het mogelijk maakt om IT-resources, zoals servers, opslag en applicaties, te leveren als diensten via het internet. Virtualisatie verwijst naar het creëren van virtuele versies van IT-resources.
Waar staat End User Services voor in het Service model?
Op welke plaats deze staat.
⦁ End User Services: Dit zijn diensten die aan eindgebruikers worden geleverd, zoals technische ondersteuning, software-installatie en training.
Waar staat UC (Unified Communication ) voor?
Unified Communications (UC): Dit is een systeem dat verschillende vormen van communicatie integreert, zoals spraak, video en data. Dit kan het delen van informatie en samenwerken tussen mensen vergemakkelijken
Waar staat ICT voor?
⦁ICT: Staat voor Information and Communication Technology. Dit verwijst naar de technologie die communicatie en informatie mogelijk maakt voor gebruikers.
Wat is het OSI-Model
OSI-model: Het Open Systems Interconnection-model is een referentiemodel dat de communicatie tussen computers in een netwerk standaardiseert en het ‘in stukjes hakken’ van grote problemen in kleinere, beheersbare taken mogelijk maakt.
Wat zijn de Host lagen van het OSI-Model?
Host-lagen: Dit zijn de bovenste vier lagen van het OSI-model en omvatten de lagen die direct verband houden met de toepassingen die door de gebruikers worden gebruikt. Application, Presentation, Session en transport.
Wat zijn de Media lagen van het OSI-Model?
Media-lagen: Dit zijn de onderste drie lagen van het OSI-model en omvatten de lagen die verantwoordelijk zijn voor het fysieke transport van gegevens via een netwerk. Netwerk, Data-link en Physical
Benoem Het OSI Model van boven naar beneden.
Application
Presentation
Session
Transport
Network
Data-Link
Psychical
Wat houdt de Application layer in?
Application-layer: Dit is de zevende laag van het OSI-model en is gericht op de applicaties die door gebruikers worden gebruikt
Wat houdt de Presentation layer in?
⦁ Presentation-layer: Dit is de zesde laag van het OSI-model en is gericht op het presenteren van gegevens aan de toepassingen die ze gebruiken.
Wat houdt de session layer in?
⦁ Session layer: de vijfde laag van het OSI-model, die verantwoordelijk is voor het opzetten, onderhouden en verbreken van sessies tussen applicaties op verschillende endsystemen.
Wat houdt de Transport layer in?
⦁ Transport-layer: Dit is de vierde laag van het OSI-model en is gericht op het in stukjes hakken van een datastream in segmenten en het verzenden van deze segmenten van de ene naar de andere applicatie via een logische verbinding.
Wat houdt de netwerk layer in?
⦁ Network-layer: Dit is de derde laag van het OSI-model en richt zich op het opzetten van een logische verbinding tussen twee computers (endsystems) door gebruik te maken van adressen.
Wat houdt de data-link layer in?
⦁ Datalink-layer: Dit is de tweede laag van het OSI-model en richt zich op het adresseren en verwerken van gegevens op de fysieke verbindingen in het netwerk.
Wat houdt de Physical-layer in?
⦁ Physical-layer: Dit is de eerste laag van het OSI-model en richt zich op de fysieke verbindingen in het netwerk, zoals bedrade verbindingen.
Wat gebeurd er bij Encapsulation ?
Encapsulation: Het toevoegen van headers aan data bij het doorsturen van data door verschillende layers in het OSI-model.
Wat gebeurd er bij Decapsulation?
Decapsulation: Het verwijderen van headers bij het ontvangen van data door verschillende layers in het OSI-modev l.
Wat is een Ipv4 Protocol
IPv4: Internet Protocol version 4, een protocol voor het adresseren en routeren van data over het internet.
Leg uit wat een netwerk adres is.
Netwerkadres: een uniek adres dat wordt gebruikt om een netwerkcomponent te identificeren.
Leg uit wat een netwerk deel is ?
⦁ Netwerkdeel: het linkerdeel van een netwerkadres dat aangeeft welk netwerk de component bevindt.
Leg uit wat een Host deel is
⦁ Hostdeel: het rechterdeel van een netwerkadres dat aangeeft welke host binnen het netwerk de component is.
Leg uit was DHCP Doet en waar het voor staat.
⦁ DHCP: Dynamic Host Configuration Protocol, een protocol voor het automatisch toewijzen van netwerkadressen.
Wat is een APIPA Protocol
⦁ APIPA: Automatic Private IP Addressing, een protocol van Microsoft dat wordt gebruikt als DHCP niet beschikbaar is om een IP-adres toe te wijzen.
Wat is een netwerk masker
⦁ Masker: een waarde die aangeeft waar het netwerkdeel en het hostdeel in een IPv4-adres beginnen en eindigen. Dit kan worden genoteerd in decimale notatie of als een prefix-lengte.
Wat zijn segmenten in een netwerk datastroom?
⦁ Segmenten: brokjes datastroom die door de Transport-layer worden getransporteerd.
Leg uit wat een logische verbinding is
⦁ Logische verbinding: virtuele verbinding tussen applicaties/processen.
Wat houdt een endsysteem in?
⦁ Endsysteem: apparaat aan het einde van een netwerkverbinding.
Wat is processen?
Processen: uitvoering van een applicatie/programma door het computersysteem.
Leg uit wat data stroom is.
Datastroom: stroom van data afkomstig van de Application-layer.
Wat zijn portnumbers
Portnumber: unieke identificatie van een datastroom op de Transport-layer.
Wat zijn well-known Portnumbers
⦁ Well-known portnumbers: internationaal afgesproken portnumbers die horen bij specifieke protocollen, zoals FTP, TELNET, SMTP en HTTP.
Welk poort nummer hoort bij poort 21 en wat doet dit protocol?
21: hoort bij FTP (File Transfer Protocol), een protocol voor het uitwisselen van bestanden over een netwerk.
Welk poort nummer hoort bij poort 23 en wat doet dit protocol?
⦁ 23: hoort bij TELNET, een protocol voor het op afstand beheren van computers.
Welk poort nummer hoort bij poort 25 en wat doet dit protocol?
⦁ 25: hoort bij SMTP (Simple Mail Transfer Protocol), een protocol voor het verzenden van e-mailberichten over een netwerk.
Welk poort nummer hoort bij poort 80 en wat doet dit protocol?
⦁ 80: hoort bij HTTP (Hypertext Transfer Protocol), een protocol voor het opvragen en versturen van webpagina’s over een netwerk
wat zijn sockets
⦁ Socket: de unieke combinatie van een IP-adres en Portnumber.
Waar staat TCP voor en wat doet dit?
⦁ TCP: Transmission Control Protocol, een betrouwbare protocol op de Transport-layer
Waar staat UDP voor en wat doet dit?
⦁ UDP: User Datagram Protocol, een onbetrouwbare protocol op de Transport-layer