a1 dialogen Flashcards
nice to meet you (formal)
prettig met je kennis te maken
how do you actually know each other?
hoe kennen jullie elkaar eigenlijk?
i treat/its on me
ik trakteer
give me a beer
doe mij maar een biertje
you name it (ex. the waiter asking for your order)
zegt u het maar
i don’t know
ik weet het niet
a while
een poosje
should we order again?
zullen we nog een keer bestellen?
the same
hetzelfde
give me
geef mij
to pay
afrekenen
to celebrate
vieren
to have/take
nemen
well then
nou
once more
nog een keer
the sentence
de zin
it’s been a long time
dat is lang geleden
how are you?
hoe is het met jou?
that is not so important now
dat is nu niet zo belangrijk
are you going to take lots of pictures?
ga je veel foto’s maken?
magnificent
prachtig
after
na
it doesn’t work
dat lukt niet
i have to go (leave)
ik moet ervandoor
I would like to say something.
Ik wil graag iets zeggen.
Nothing is impossible.
Niets is onmogelijk.
give it to me
geef het aan mij
do you feel like..?
heb je zin om…(te sporten?)
will you join me to..?
ga je mee naar..?
who’s next
wie is er aan de beurt
always
altijd
anything else?
anders/verder nog iets?
often
vaak
delicious
heerlijk
need
nodig hebben
about half a kilo
ongeveer een halve kilo
that was it?
dat was het?
that’s enough
zo is het wel genoeg
doesn’t matter
geeft niet
window
het raam