A mi-temps Flashcards
1
Q
Apparemment
A
Het ziet er naar uit
2
Q
Un cas
A
Een zaak
3
Q
Un congé parental
A
Ouderschapsverlof
4
Q
éviter
A
Vermijden
5
Q
évoluer
A
Ontwikkelen
6
Q
Mi-temps
A
Part-time
7
Q
S’occuper
A
Zich bezighouden met iets
8
Q
Reprendre
A
Terugnemen
9
Q
Temps partiel
A
Oproepbasis
10
Q
Obtenir
A
Verkrijgen
11
Q
Pompier
A
Brandweerman
12
Q
Plongeur
A
Afwasser
13
Q
Les robinets
A
Kranten
14
Q
Instituteur
A
Leraar op school
15
Q
Soigneux
A
Netjes