9.1 luchtwegen Flashcards
conchae
neusschelpen, uitstekende botranden waardoor neusgangen ontstaan
vier functies neus ademen
zuivering
verwarming
bevochtiging
keuring van luchtkwaliteit
wat behoort allemaal tot de luchtwegen? (8)
- neusholte
- mondholte
3.keelholte - luchtpijp
- strottenhoofd
- bronchiën
- bronchiolen
- luchtblaasjes
door welke botten wordt de neusholte begrensd?
- Os sphenoidale
- Os ethomoidale, hierin zitten gaatjes waardoor reukzenuwen door heen lopen.
- Os frontale
- Os nasale
de laterale wanden worden gevormd door de bovenkaak(maxilla).
De neus wordt in 2en gedeeld door het septum nasi
slijmvlies
eenlagig trilhaarepitheel met sereuze kliertjes en slijmcellen
reukepitheel
epitheel met daartussen sensoren die gevoelig zijn voor geurprikkels
sinus paranasales
neusbijholten, ze behoren niet tot de neusholte
hoe werkt klankvorming?
Klankvorming is een belangrijke functie van de mondholte. De door de stembanden in trilling gebrachte lucht vormt een geluid. Dat geluid vormt een klank door de vorm van de mond-, neus- en bijholte en de stand en beweging van de lippen en tong.
opbouw larynx
strottenhoofd. stevige koker opgebouwd uit kraakbeenstukken verbonden door ligamenten en omgeven door dwarsgestreepte spieren
waar hangt de toonhoogte vanaf(4)?
spanning, lengte, elasticiteit en massa van de stembanden
functie en bouw ware stembanden en valse stembanden
ware stembanden zorgen voor:
- het in trilling brengen van lucht
- de luchtpijp afsluiten.
Het is dwarsgestreept spierweefsel bedekt met plaveiselepitheel. Ze vormen de m.vocalis.
De valse stembanden zijn smalle plooien in het bindweefsel, bedekt met plaveiselepitheel met veel klieren.
Ze houden de ware stembanden vochtig.
hoe bewegen de stembanden?
door de m.vocalis en de cartilago arytenoideae(bekerkraakbeentjes). De bekerkraakbeentjes hebben een grote bewegingsvrijheid waardoor de invloed hebben op de stand en spanning van de stembanden
pharynx
keelholte
larynx
strottenhoofd
trachea
luchtpijp
bifurcatio tracheae
de splitsing van de trachea in de 2 hoofdbronchiën
opbouw trachea en hoofdbronchiën?
collageen bindweefsel met regelmatig geplaatste kraakbeenringen met de opening naar de slokdarm kant. bekleed met respiratoir epitheel. Tussen het slijmvlies en het collagene weefsel bevindt zich horizontaal verlopend glad spierweefsel.
respiratoir epitheel
trilhaarepitheel met sereuze kliertje en slijmcellen
bronchi lobares
vertakkingen van de 2 hoofdbronchiën naar een longkwab
bronchi segmentales + verschil opbouw met de hoofd bronchiën?
de vertakkingen van de bronchi lobares.
Ze zijn bekleed met respiratoir epitheel en kraakbeenschilvers i.p.v. kraakbeenringen
bronchiolen
allerfijnste vertakkingen, bekleed met cilindrisch epitheel van 1 mm dik. bij inademing ontspannen de gladde spieren zich.
alveoli pulmonales
de longblaasjes. De bronchiolen monden uit in trechtertjes, elk met tientallen trosvormige uitstulpingen.
ademhalingsoppervlak
totale oppervlak van de gezamenlijke alveoli
pleura
longvlies (weivlies).
weivlies
vlies dat de ingewanden aan de buitenkant bedekt en gesloten lichaamsholten aan de binnenkant bedekt
pleura visceralis
longblad, mesotheel op een dun, elastisch basaalmembraan dat vergroeid is met de buitenkant van het longweefsel
pleura parietalis
borstvlies, mesotheel op een dun, elastisch basaalmembraan dat vergroeid is met de borstwand
pleuraholte
ruimte tussen de pleura visceralis en de pleura parietalis. Het is gevuld met sereus vocht en er heerst een vacuüm.
longhilum
De omslag van het longvlies naar het borstvlies bevindt zich bij het longhilum. Dit is de plaats waar de hoofdbronchus, de bloedvaten, lymfevaten en zenuwen de long in- en uitgaan.