9.1 intelectuele ontw. vygotsky Flashcards

1
Q
  • Hoe kijken ontwikkelingspsychologen aan tegen leren?
A

Dat er begrip moet zijn over de afzonderlijke delen van het proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  • Wat is geleide participatie?
A

Leren gaat door tijd doorbrengen met een competente volwassenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  • Hoe keek vygotsky naar kinderen?
A

Die leren vaardigheden van mentors

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  • Hoe bepaald de cultuur de cognitieve groei volgens vygotsky?
A

De cultuur bepaald welke manier van werken normaal is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  • Wat is de rol van speelgoed in een cultuur?
A

Dit laat zien wat belangrijk is in die cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  • Hoe spelen maatschappelijke verwachtingen mee in kennis verwerven?
A

Jongens wordt vaak andere dingen bijgebracht dan meiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  • Hoe verschilt vygotsky met piaget?
A

Vygotsky: kinderen leerlingen in een cultuur en cultuur bepaald cognitieve ontwikkeling
Piaget: egocentrische wetenschappars die een eigen perspectief hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  • Wat is de zone van naaste ontwikkeling?
A

Het punt waarop een kind een taak bijna volledig kan, maar niet helemaal.
(doormiddel van de mentor(

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  • Hoe zag vygotsky dat cognitieve ontwikkeling komt?
A

Door informatie aan te bieden in de zone van naaste ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  • Wat impliceert de zone van naaste ontwikkeling?
A

Dat als een kind op het juiste moment hulp krijgt, het beter ontwikkeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  • Wat is scaffolding?
A

Ondersteuning die groei bevorderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  • Waar stelt vygotsky dat scaffolding nog meer bij betrokken is?
A

De ontwikkeling van algemene cognitieve vermogens
(kind leert zelfstandig zijn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  • Wat zijn culturele hulpmiddelen?
A

Ondersteuning dat geboden wordt bij het leren van het kind
(objecten als intelectueel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  • Wat is het doel van culturele hulpmiddelen?
A

Specifieke problemen oplossen en cognitief te ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  • Hoe zijn de aard van hulpmiddelen sterk cultureel bepaald?
A

In nederland wordt snel gezegd dat de afstand een kwartiertje is, terwijl dat ergens anders weinig betekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  • Welke belangrijke bijdrage heeft vygotsky geleverd?
A

Het belang van sociale interactie

17
Q
  • Wat is kritiek op vygotsky’s zone van naaste ontwikkeling?
A

Het is abstract en moeilijk te onderzoeken in een studie

18
Q
  • Welk kritiek kreeg vygotsky op de ontwikkeling van cognitieve vermogens?
A

Hij gaat niet in op processen als aandacht en herinneringen