9.1 intelectuele ontw. informatietheorie Flashcards

1
Q
  • Wat wordt gezien als de meest complete en belangrijkste theorie van de cognitieve ontwikkeling van een kind?
A

De informatieverwerkingstheorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  • Wat is een belangrijke tekortkoming van piagets theorie volgens de informatieverwerkinstheorie?
A

Dat kinderen een veel groter begrip hebben over getallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  • Welk princiepe hanteren kleuters voor tellen?
A

Dat elk object maar 1 getal krijgt, hoewel de getallen verkeerd kunnen zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  • Wat kunnen peuters met getallen?
A

Eenvoudige optelsommen en hoeveelheden vergelijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  • Wat is ons autobiografische geheugen?
A

Herinneringen aan gebeurtenissen uit het eigen leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  • Hoe goed zijn de herinneringen van een 3 jarige?
A

Ze kunnen vrij goed kenmerken van herinneringen ophalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  • Wat is een cruciale factor voor het geheugen van peuters en kleuters?
A

De wijze hoe ze een gebeurtenis waarderen, hoe levendiger of belangrijker hoe beter die onthouden wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  • Hoe zijn herinneringen van terugkerende gebeurtenissen georganiseerd?
A

In scripts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  • Wat zijn scripts?
A

Algemene weergave in het geheugen en de volgorde waarin ze optreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  • Hoe geeft een peuter een restaurant bezoek aan?
A

Die noemt een aantal opeenvolgende stappen van de herinnering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  • Wat valt te zeggen over de nauwkeurigheid van herinneringen en scripts?
A

Terugkerende gebeurtenissen, scripts zijn vaak minder nauwkeurig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  • Welke 2 mankementen kent het autobiografische geheugen van een kind?
A

Het is gevoelig voor informatie die andere geven, het is moeilijk om oorzakelijke verbanden te zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  • Hoe ziet de informatieverwerkingstheorie de ontwikkeling van een kinder?
A

Naarmate ze ouder worden, worden ze beter op het verwerken van informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  • Wat kenmerkt de focus van de informatieverwerkingstheorie?
A

Die richt zich op duidelijk gedefinieerde processen te onderzoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  • Hoe kijkt de informatieverwerkingstheorie naar het begrip conservatie?
A

Doordat ze ouder worden kunnen kinderen zich beter concentreren op meerdere aspecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  • Welke belangrijke focus lijkt de informatieverwerkingstheorie te missen volgens critici?
A

Sociale en culturele factoren die cognitie beinvloeden

17
Q
  • Wat is kritiek op de informatieverwerkingstheorie over het bestuderen van de losse aspecten van cognitie?
A

Het ontwikkeld geen goed totaalbeeld over wat een kind kan