85-96 Flashcards

1
Q

Van gasvormig naar vast is…

A

Rijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Van vast naar gasvormig is…

A

Sublimeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voorbeeld van sublimeren

A

Het opdrogen van droog ijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voorbeeld van condenseren

A

Waterdruppels op de voorruit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bij smelten neemt de afstand en beweegelijkheid…

A

Toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bij verdampen neemt de afstand en de beweegelijkheid…

A

Toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij condenseren neemt de afstand en de beweegelijkheid…

A

Af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bij verwarmen … het vollume van een stof

A

Stijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bij verkoelen … het vollume van een stof

A

Daalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly