151-184 Flashcards

1
Q

Het lichaam bestaat ongeveer uit …% water

A

65

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voedingsvezels zorgen voor een…

A

Vlotte spijsvertering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Eiwitten leveren bouwstoffen aan…

A

Het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Eiwitten zorgen voor de opbouw van … en op die manier voor de …

A

Sellen

Lichaamsgroei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vetten zijn …

Dit levert … en … inergie

A

Energieleveranciers

Thermische

Kinetische

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Suikers zijn …

A

Energieleverende stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Mineralen zijn … stoffen

A

Beschermende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ijzer zit in …

A

Cornflaces en spinazie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Calcium zit in …

A

Melk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Calcium zorgt ervoor dat …

A

Beenderen na een breuk weer aan elkaar groeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vitamine zijn …

A

Beschermende stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Als je een tekort hebt aan een bepaalde vitaminen is er kans dat je … wordt

A

Ziek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Water

A

Bouwstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voedingsvezels

A

Beschermstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Eiwitten

A

Bouwstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vetten

A

Vrandstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Suikers en zedmeel

A

Brandstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

De 3 B’s

A

Bouwstoffen

Brandstoffen

Beschermstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Chemische energie komt van … in je voeding

Suikers en vetten zijn …

A

De brandstoffen

Energieleveranciers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Stoffen om wonden te laten dichtgroeien en te groeien zijn …

A

Bouwstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Stoffen die ons lichaam beschermen en zorgen voor een doede werkkng van de organen zijn …

A

De beschermstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Bouwstoffen

Functie

A

Zorgt voor groei, herstel van het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Bouwstoffen

Voedingsstoffen

A

Eiwitten

Mineralen: calcium, water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Bouwstoffen

Ik grote maten aanwezig in…

A

Rood vlees

Melk, water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Brandstoffen

Functie

A

Energie leveren

(Warmte energie) en bewegingsenergie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Brandstoffen

Voedingsstoffen

A

Vetten, suikers, zetmeel

27
Q

Brandstoffen

In grote mate aanwezig in…

A

Chips, bananen, aardappelen, pasta

28
Q

Beschermstoffen

Functie

A

Beschermen tegen ziektes

29
Q

Beschermstoffen

Voedingsstoffen

A

Vezels

Mineralen: ijzer

Vitaminen

30
Q

Beschermstoffen

In grote maten aanwezig in…

A

Volkorenbrood

Cornflaces

Groenten en fuit

31
Q

Vetten💤

A

Ships

32
Q

Suikers💤

A

Bananen

33
Q

Zetmeel💤

A

Aardappelen, pasta

34
Q

Vezels💤

A

Volcorenpasta/brood

35
Q

Mineralen: ijzer💤

A

Rood vlees, spinazie, cornflaces

36
Q

Vitaminen💤

A

Groenten, fruit

37
Q

Eiwitten💤

A

Rood vlees

38
Q

Mineralen: calcium💤

A

Melk

39
Q

Water💤

A

Water

40
Q

Zacht voedsel afbijten

A

Snijtand

41
Q

Hard voedsel afbijten

A

Hoektand

42
Q

Kauwen

A

Kies

43
Q

De tong…

Afgebeten voedsel is…

Voedsel net voor het doorslikken is…

A

Beweegt

Droog

Zacht, nat

44
Q

De tong zorgt voor 4 functies

A

Voedsel vermengt word met speeksel

Voedselbrij naar de keel duwen

Voedselbrij tussen tanden duwen

Voedselbrij pletten

45
Q

Zetmeel zonder lugol is…

Zetmeel met lugol is…

Zetmeeloplossing met speeksel en lugol is

A

Geelbruin

Zwart

Oranje

46
Q

Speeksel zorgt ervoor dat zetmeel verteert tot

A

Glucose

47
Q

De huis is het klepje voor de… en het strotklepje is het klepje voor de…

A

Neusholte

Luchtpijp

48
Q

Voedselbrij verplaatst zich in de slokdarm door een…

A

Peristaltische beweging

49
Q

Kleur albustix voor kipoenwit

In kippenwit

Met een albustix kun je … opsporen

A

Geel

Groen

Eiwitten

50
Q

Melk + citroensap krijgt

A

Brokkeltjes

51
Q

Eiwit veranderd in … door …

A

Aminozuur

Maagsap

52
Q

Hoeveel spierlagen heeft de maag

A

3

53
Q

De maagwandklieren bevinden zich in de gespierde maagwand, welke functie hebben ze?

A

Ze oroduceren maagsap dat eiwitten verteert

54
Q

Galsap verdeelt vetten in

A

Kleine vetdruppels

55
Q

Het alvleessap zorgt voor de vertering van

A

Vetdruppels

Zetmeel

Eiwitten

56
Q

Maagsap verteert eiwitten tot

A

Aminozuren

57
Q

Albleessap zorgt voor de vertering van

A

Zetmeel

Eiwitten

Vetten

58
Q

Diastix verkleurd van … ik de aanwezigheid van …

A

Blauw naar bruin

Glucose

59
Q

Glucosedeeltjes kunnen … door de darmwand

A

Wel

60
Q

Zetmeeldeeltjes kunnen … door de darmwand

A

Niet

61
Q

Alleen … deeltjes kunnen doorheen de darmwand opgenomen worden in het bloed, dit noemen we …

A

Kleine

Absorptie

62
Q

In de dikke darm word water in het bloed

A

Geabsorbeerd

63
Q

Endeldarm zorgt voor het opslaan van

A

Uitwerpselen