8 Kleine objecten in het Zonnestelsel Flashcards

1
Q

Waar bevinden zich de asteroïdengordel, de Kuipergordel en de Oortwolk?

A
  • asteroïdengordel: tussen Mars en Jupiter (2,1 AE - 3,3 AE)
  • Kuipergordel: voorbij de baan van Neptunus (30 AE - 50 AE)
  • Oortwolk: wolk die het zonnestelsel omvat (3000 AE - 100 000 AE)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom zitten de meeste asteroïden tussen Mars en Jupiter?

A

De zwaartekracht van Jupiter voorkomt dat de asteroïdengordel groeit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de Lagrange-punten?

A

Locaties waar zwaartekracht tussen een object en twee veel zwaardere objecten (hemellichamen) in evenwicht is met de middelpuntvliedende kracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beschrijf de staart(en) van een komeet en hun oorsprong.

A

Op een afstand kleiner dan ~ 4 AU van de Zon begint de komeet te verdampen en krijgt hij twee staarten:
- de ene staart bestaat uit ionen die versneld worden door de zonnewind en staat recht van de zon af
- de andere staart bestaat uit stof en wijst ongeveer weg van de zon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly