10 Sterren

Question 1

Teken een Hertzsprung-Russel diagram en laat zien wat er op de assen staat (inclusief log/lin en richting); schets de hoofdreeks, de positie van rode reuzen en witte dwergen.

Answer 1

• y-as: de lichtkracht vergeleken met die van de zon
• x-as: de temperatuur in Kelvin (van heet naar koel)
• logaritmische schaalverdeling

Question 2

Zet in de juiste volgorde van hete naar koele sterren: A, G, M, O, K, F, B.

Answer 2

O, B, A, F, G, K, M
(Oh, Be A Fine Girl, Kiss Me)

Question 3

Welke ster heeft de grotere lichtkracht: G2II of G2V? Waarom?

Answer 3

‘G2’ geeft het spectraaltype van de ster aan: wat is de dominante kleur?
‘II’ en ‘V’ staan voor een helderheidsklasse: superreus (I), heldere reus (II), reus (III), subreus (IV), hoofdreeks (V), subdwerg (VI) of witte dwerg (VII).

Dus een ster van type G2II heeft een grotere lichtkracht dan een ster van type G2V.

Question 4

Hoe kunnen we de stralen (radii) van sterren bepalen?

Answer 4

Met behulp van de wet van Stefan-Boltzmann:
(L/L_z) = ((R/R_z)^2) * ((T/T_z)^4)
waarbij de lichtkracht volgt uit de bolometrische magnitude en de temperatuur uit de wet van Wien.

Question 5

Hoe kunnen we de massa’s van sterren bepalen?

Answer 5

Met behulp van dubbelstersystemen.

Question 6

Waarom zijn dubbelsterren belangrijk om de eigenschappen van sterren te bepalen?

Question 7

Waarom verbranden zware sterren hun waterstof relatief veel sneller dan minder zware sterren?

Answer 7

In zware sterren heerst een hogere temperatuur, waardoor de PP-keten en de CNO-cyclus veel vaker plaats zullen vinden dan in lichtere sterren.

Question 8

Wat gebeurt er in de proton-protoncyclus?

Answer 8

1H + 1H > 2H + 1H > 3He
1H + 1H > 2H + 1H > 3He
3He + 3He > 1H + 1H + 4He
Oftewel: netto worden er twee 1H-atomen omgezet in één 4He-atoom.