(8) HC.2 Basale kernen Flashcards
1
Q
Basale ganglia:
Striatum
- Bestaat uit
- Deel hersenen
- Soort (projectie)neuronen
A
- n. caudatus + putamen, n. accumbens
- telencephalon
- Medium spring neurons (GABA-erg, D1- en D2-receptoren)
- Ook cholinerge interneuronen
2
Q
Basale ganglia:
Pallidum
- Bestaat uit
- Deel hersenen
- Soort (projectie)neuronen
A
- globus pallidus externus + internus
- telencephalon
- GABA-erge projectieneuronen
3
Q
Basale ganglia:
Nucleus subthalamicus
- Deel hersenen
- Soort (projectie)neuronen
A
- diencephalon
- Glutamaterge projectieneuronen
4
Q
Basale ganglia:
Substantia nigra
- Deel hersenen
- Soort (projectie)neuronen
A
- diencephalon
- GABA-erge projectieneuronen, dopaminerge projectieneuronen
5
Q
Route basale kernen
- indirect
A
- indirect remt beweging:
(motor)cortex stimulatie -> Striatum (D2 cellen) meer inhibitie -> globus pallidus externus minder inhibitie -> subthalamicus meer stimulatie -> inhibitie globus pallidus internus meer inhibitie -> minder stimulatie thalamus en dus piramidebaan
6
Q
Route basale kernen
- direct
A
- direct stimuleert beweging:
motor)cortex stimulatie -> Striatum (D1 cellen) inhibitie -> globus pallidus internus minder inhibitie -> meer stimulatie thalamus en dus piramidebaan
7
Q
Substantia nigra zit tussen de directe en indirecte route in:
- wat gebeurt er bij dopamine release in de substantia nigra
A
- dopamine release zorgt voor een versterking van de routes -> directe stimuleert meer en indirecte remt meer