(13) HC.3 Opioïden en andere analgetica Flashcards
1
Q
Paracetamol werkt via
A
COX inhibitie
2
Q
Opiaat =
Opioïd =
A
Opiaat = stof met morfine-achtige werking
Opioïd = stof met morfine-achtige eigenschappen
3
Q
Opioïd-receptoren
- soort receptoren
- werking
A
G-eiwit gekoppeld, soorten:
- Mu (MOPr), Delta (DOPr), Kappa (KOPr)
- Verlaging cAMP -> K-kanalen hyperpolariseren (open), dus remming neurale excitabiliteit + sluiting Ca-kanalen, dus remming transmitter release
4
Q
Migraine behandeling
A
Paracetamol of NSAID, geen opioïd