7.1 Wat is de overheid Flashcards

1
Q

Welke overheidslagen zijn er?

A
  1. De centrale overheid
  2. Lagere overheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de centrale overheid?

A

Het rijk of de rijksoverheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke lagere overheden zijn er?

A
  1. De province
  2. De gemeente
  3. De waterschappen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de taken van het rijk?

A
  1. Matregelen nemen die voor het hele land belangrijk zijn
  2. Zorgt dat de wetten worden nageleefd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe werkt het bestuur van het rijk?

A
  • Het bestuur van het rijk bestaat uit ministers
  • De Tweede Kamer controleerd de plannen van de ministers
  • Zij (de mensen van de Tweede Kamer) kijken of de plannen goed zijn en of er iets moet worden aangepast.
  • Daarna worden de plannen goedgekeurd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarvoor is de gemeente verantwoordelijk?

A

De gemeente is onder andere verantwoordelijk voor:
1. De jeugdzorg en ouderzorg
2. Paspporten, rijbewijsen, bromfietscertificaten, e.d.
3. Huisvesting van scholen
4. Het aanleggen van straten, voetpaden, en groenvoorzieningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarvoor is de de provincie verantwoordelijk?

A

De provincie:
1. Bepaald waar steden en dorpen mogen uitbreiden
2. Bepaald waar bedrijventereinen en natuur- en recreatiegebieden komen
3. Zorgt voor infrastructuur, (zoals wegen die dorpen en steden met elkaar verbinden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarvoor zijn de de waterschappen verantwoordelijk?

A

De waterschappen:
1. Beheren water in hun gebied
2. Nemen matregelen tegen overstromingen
3. Zijn verantwoordelijk voor de zuivering van afvalwater

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat bedoelen we met innovatie?

A

Het ontwikkelen van nieuwe productiemethoden of nieuwe producten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een manier waarop de overheid de economie versterkt?

A

Door subsidies te geven aan bedrijven en burgers voor innovatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe zorgt de overheid zorgen voor innovatie?

A

Door subsidies te geven aan bedrijven en burgers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe remt de overheid ongewenst gedrag van burgers en bedrijven af?

A

Door hen extra te laten betalen voor schadelijke of scharse producten en diensten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geef 3 voorbeelden matregelen die de overheid neemt om ongewenst gedrag te remmen. Het gaat dan om duurder maken.

A
  1. Accijns op alcohol, tabak en brandstof.. Hhet wordt dan duurder en daardoor minder gekocht.
  2. Millieuheffing voor bedrijven die milieuschade veroorzaken.
  3. Energiebelasting op stroom en gas om het verbruik ervan te remmen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn** collectieve goederen**?

A

Voorzieningen waar alle burgers gebruik van kunnen maken en die worden geleverd en betaald door de overheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geef 3 een voorbeelden van collectieve goederen.

A
  1. Onderwijs
  2. Gezondheidszorg
  3. Straatverlichting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geef 3 redenen waarom de overheid collectieve goederen levert?

A

1 Voor sommige voorzieningcn kun je niet iedereen apart laten betalen.
2 De overheid wil de kwaliteit ervan in eigen hand houden.
3 De overheid wil dat de voorzieningen voor iedereen betaalbaar blijven.

17
Q

Wat is de collectieve sector?

A

De overheid en de instellingen voor de sociale zekerheid.

18
Q

Streeft de collectieve sector naar winst?

A

Nee, maar moet wel kunnen uitkomen met het beschikbare budget.

19
Q

Wat is de particlier sector?

A

Burgers en bedrijven

20
Q

Wat is het belangrijkste verschi ltussen de collectieve sector en de particuliere sector?

A

Collectieve sector: streeft niet naar winst
Particuliere sector: streef wel naar wienst

21
Q

Streven de bedrijven in de particuliere sector naar winst?

A

Ja, met de verkoop van goederen of diensten.

22
Q

Wat verstaan we onder de Marktwerking?

A

Dat aanbieders van producten concurreren met elkaar op kwaliteit en prijs.

23
Q

Op welke manier maakt de overheid gebruik van de marktwerking?

A

Het geeft opdrachte voor taken als vuil ophalen aan particuliere bedrijven die de beste kwaliteit en prijs kunnen leveren.

24
Q

Wat is privatisering?

A

Als de overheid een dienst of activiteit aan de particuliere sector verkoopt.