7.1 Regeling en homeostase Flashcards

1
Q

Homeostase

A

De zelfregulatie van een organisme,
door het in stand houden van een dynamisch evenwicht in het inwendige milieu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Normwaarde

A

Hier mag je niet te ver van afwijken;
vb bij zuurstof-/glucose- concentratie, lichaamstemperatuur, etc.
> regelkring zorgt dat het schommelt rond deze waarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

2 regelkringen

A
  • Negatieve terugkoppeling
  • positieve terugkoppeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Negatieve terugkoppeling

A

Regelkring waarbij toename van het resultaat, remming van het proces veroorzaakt.
- stabiliteit houden
- afwijking tegenwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Positieve terugkoppeling

A

Regelkring waarbij toename van het resultaat het proces versterkt.
- Proces/afwijking versnellen/versterken tot het doel bereikt is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Inwendige milieu

A

Vloeistoffen (en bloed) die direct contact hebben met cellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Uitwendige milieu

A

Ruimtes/holtes die in contact staan met de buitenwereld (niet direct met cellen).
> inhouden darmen, longen en blaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly