6.7 Flashcards
1
Q
disciplina
A
onderwijs, leervak, tucht
2
Q
materia
A
grondstof
3
Q
turba
A
verwarring, massa
4
Q
opinio
A
mening, reputatie
5
Q
pietas
A
plichtsbesef
6
Q
pondus
A
gewicht
7
Q
versus
A
vers
8
Q
immensus
A
onmetelijk
9
Q
vastus
A
woest, enorm
10
Q
praeceps
A
halsoverkop, steil
11
Q
pendere
A
hangen, afhangen van
12
Q
edere
A
voortbrengen
13
Q
figere
A
vasthechten, doorboren
14
Q
instruere
A
opstellen, voorzien van
15
Q
vehi
A
rijden