5.7 Flashcards
1
Q
humus
A
grond
2
Q
venia
A
toestemming vergiffenis
3
Q
fines
A
gebied
4
Q
furor
A
razernij
5
Q
terror
A
paniek
6
Q
libido
A
verlangen, willekeur
7
Q
sors
A
lot
8
Q
robur
A
hardhout, kracht
9
Q
sinus
A
boezem, kromming, baai
10
Q
universus
A
gezamenlijk
11
Q
tolerare
A
verdragen
12
Q
prodere
A
bekend maken, verraden
13
Q
requirere
A
opzoeken, verlangen naar, vragen
14
Q
adoriri
A
aanvallen
15
Q
praeficere
A
aan het hoofd plaatsen van