6 Niet vies van advies Flashcards

1
Q

wat is een zender

A

de gene die de boodschap verspreidt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de code

A

de taal dat word gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de boodschap

A

het gene wat de zender te zeggen heeft tegen de ontvanger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is het kanaal

A

welk middel er wordt gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de ontvanger

A

degene die de boodschap van de zender ontvangt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is het doel

A

het gene wat de zender wil bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

effectieve en efficiënte communicatie voldoet aan 4 eisen:

A

aantrekkelijk, gepast, correct, duidelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

meervoud catalogus

A

catalogussen, catalogen, catalogie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gruyerekaas in lettergrepen

A

gruy ere kaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

meervoud leeraar

A

leraren, leraars

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

meervoud olie

A

olies/oliën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

meervoud spel

A

spellen/spelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

verklein woord beha

A

behatje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

verkleinwoord gsm

A

gsm’etje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

overtreffende trap moe

A

moest/ meest moe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

genereus: verboge vorm van het bv

A

genereuze

16
Q

Kerst met K of k en leg uit

A

met kleine k want hoofdletter is alleen gebruikt voor de officiële naam Kerstmis