6 Flashcards

1
Q

Hoe meet je temperatuur

A

met een thermometer, bv een vloeistofthermometer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe ijk je een thermometer

A

zorg dat ie nul aangeeft bij een smeltpunt van ijs en 100 bij kookpunt van water: klaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe werkt een digitale thermometer

A

via een NTC ( negatieve temperatuur coefficient): dit onderdeel laat meer stroom door bij een hogere temperatuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een bimetaalthermometer

A

strip met 2 soorten metaal die verschillend uitzetten bij temperatuurverschil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een infraroodthermometer

A

Elk voorwerp dat Massa heeft en warmer is dan 0K straalt infraroodstraling uit. Via een lens en een sensor wordt de de hoeveelheid straling geregistreerd en omgezet aan een temperatuur die in het scherm verschijnt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een vloeistofthermometer

A

Een simpele thermometer met een reservoir met vloeistof en een stijgbuis. De vloeistof zet uit bij hogere temperaturen dan stijgt hij in de stijgbuis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is luchtdruk

A

Alle lucht wordt door de zwaartekracht op de aarde gedrukt. De eenheid is Pascal. Pa.=1 Nm2
Meteorologen werken met hPA: hectopascal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe meet je luchtdruk

A

met een barometer: een metalen doosje waarin de luchtdruk erg laag is, het wordt door de buitenlucht een beetje ingedrukt. Als er hoge druk is, is dit meer, bij lage wat minder. Via een veer, een hefboom en een wijzer wordt de luchtdruk op een schaal aangegeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Lage en hoge druk, wat is de invloed op het weer

A

Lage druk: slecht weer, . Hoog: goed weer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een isobar

A

een lijn op een kaart met gelijke luchtdruk. Waar isobaren op een kaart dicht bij elkaar lopen stormt het.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe ontstaan wolken

A

opstijgende warme lucht vanuit een lagedrukgebied bevat veel waterdamp. dit koelt op grote hoogte af en condenseert, want daar is het koud.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe ontstaat neerslag

A

waterdruppels worden zo groot dat ze uit de wolk vallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wanneer sneeuwt of hagelt het

A

als de wolk hoog genoeg stijgt is het erg koud hierdoor verandert de waterdamp tot ijskristallen. Als deze te zwaar zijn vallen ze.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

(fasen in water) wat is rijpen

A

als waterdamp direct overgaat in ijskristallen. dus van gas naar vast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke eenheid gebruiken we voor lengte

A

meter: m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke eenheid gebruiken we voor tijd

A

seconde: s

17
Q

welke eenheid gebruiken we voor volume

A

liter: L

18
Q

welke eenheid gebruiken we voor massa

A

kilogram: kg

19
Q

welke eenheid gebruiken we voor kracht

A

newton: N

20
Q

wat is een afgeleide eenheid

A

een factor van de standaardeenheid, bv bij meter: km, of mm

21
Q

wat zijn significante cijfers

A

een afspraak waar je tot de komma gaat. Bv 3,45=3 als je het in 1 significant cijfer uitdrukt

22
Q

Hoe moet je rekenen als je met verschillende significante waarden rekent. Zoals nul cijfers achter de komma of 1 of 2?

A

Dan moet je alles afronden naar de waarde met de minste precisie. bv 30,50,25=0. (het is 0,375). Dit lijkt raar, maar het gaat hier erom dat als je niet preciezer kunt meten je ook niet preciezer kunt rekenen. Dus als je die 3 niet preciezer kon meten tot 3,00 dan moet je toch dit aanhouden.

23
Q

Hoe ontstaat onweer

A

warme vochtige lucht stijgt, maar hoog boven in de lucht is het koud. De lucht koelt af tot ijsdeeltjes en valt weer naar beneden. De deeltjes hebben onderling wrijving waardoor ze electrisch geladen worden. Er is dan een groot verschil tussen de onderkant en de bovenkant van de wolk. Dit loopt hoog op tot wel 300 miljoen volt.

24
Q

Hoe ontstaat bliksem

A

Bliksem is de ontlading van de electrische spanning in de wolk (die is opgebouwd bij onweer) naar de aarde. Als de spanning hoog genoeg is opgebouwd vindt dit plaats. Doordat dit heel snel gebeurt zet de lucht uit en klapt hierna in elkaar, dat is de donder.

25
Q

Hoe bereken je de afstand van de bliksem

A

bliksem=snelheid van het licht (300.000km/s)
donder=snelheid van het geluid (343m/s)
De afstand is het aantal sec tussen flits en donder x343m.

26
Q

Wat is de kooi van faraday

A

een metalen omhulsel dat je beschermt tegen blikseminslag

27
Q

Is het weerbericht een voorspelling of verwachting

A

verwachting

28
Q

Wat zijn meteorologische gegevens

A

meetgegevens van over de hele aarde en vanuit weersattelieten. Men meet: temperatuur, windrichting, windkracht, luchtdruk en luchtvochtigheid.

29
Q

Wat geef het weerbericht aan

A

neerslag, temperatuur, windkracht. Soms geven ze een code, bv geel oranje rood. Vanaf oranje is het extreem weer: voorzichtig doen.

30
Q

Wat is smog

A

samentrekking van smoke en fog. Rook en mist. Dit komt door fijnstof en gassen wat blijft hangen door een hogedrukgebied.