5e Jaar Woorden Flashcards
Aanleiding
Omstandigheid die iets onmiddellijk teweegbrengt of ten gevolge heeft
Aantijging
Valse beschuldiging
Aanwenden
Gebruiken
Aanwennen
Zich tot een gewoonte maken
Aberratie
Dwaling ; afwijking (ook fysiek)
Abject
Verachtelijk, verwerpelijk
Abominabel
Heel slecht
Abrupt
Plotseling
Absorberen
Opzuigen, in zich opnemen
Abstinentie
Onthouding/ niet meer tot je nemen
Abstract
Zonder bepaalde voorstelling ( tegenover concreet )
Absurd
Onzinnig
Accentueren
De nadruk op iets leggen
Accessories
Dingen die erbij horen/komen
Accidenteel
Af en toe, bijkomstig, per ongeluk
Acclimatiseren
Wennen aan bepaalde omgeving
Accommodatie
Al wat ten behoeve van het bedrijf van personen is aangebracht of aangericht
Acculturatie
Zich aan elkaar leren aanpassen van verschillende culturen
Accumulatie
Opeenstapeling
Achteloos
Zonder er speciale aandacht aan te geven
Acte de présence geven
Lijfelijk aanwezig zijn
Activeren
Aanwakkeren
Acuut
Plotseling opkomend; om een dringende oplossing vragen
Adaptatie
Aanpassing
Additief
Wat erbij toegevoegd is
Additioneel
Bijkomend