5.4 oog en bril Flashcards

1
Q

Wat gebeurt er bij mensen die niet scherp kunnen zien?

A

Hun ogen breken het licht te sterk of juist niet sterk genoeg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bijziend

A

Als je bijziend bent zie je alleen scherp wat dichtbij is. Dingen die ver weg zijn kun je niet scherp zien.
Dit komt omdat je ooglenzen te bol zijn. Het beeld van een voorwerp in de verte komt niet op, maar voor het netvlies terecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat heeft iemand die bijziend is nodig

A

negatieve brillenglazen of contactlenzen.
Die laten het licht dat op de ogen valt iets divergeren. Daardoor vormt het beeld zicht niet niet meer
voor maar precies op het netvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is divergeren

A

Het beeld vormt zich niet meer voor maar precies op het netvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verziend

A

kun je alleen dingen in de verte scherp zien. Voorwerpen die vlakbij zijn kan je niet goed waarnemen. Dit komt doordat je ooglenzen te zwak zijn. Licht van een voorwerp dichtbij vormt het beeld achter het netvlies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat heeft iemand die verziend is nodig

A

positieve brillenglazen of contactlenzen. Die zorgen ervoor dat het licht sterker wordt gebroken. Daardoor vormt het beeld zich niet meer achter maar precies op het netvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kan je zien wat voor bril iemand draagt

A

Als iemand een bril draag met positieve glazen lijken zijn ogen groter dan in werkelijkheid
positieve glazen werken als een vergroot glas.

Bij een bril met negatieve glazen is het precies omgekeerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Sterkte van brillenglazen

A

Als je vraagt wat voor bril iemand heeft hoor je -2 of +3>

Deze getallen geven aan hoe sterk een brillenglas is. Hoe groter het getal het sterker de lens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Formule voor de sterkte van de brillenglazen

A

S = 1/f
S is de sterkte van de brillenglas in dioptrie (D)
f is de brandpuntafstand van het brillenglas in meter (m)

zie voorbeeld opdrachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

accomoderen

A

platter en boller maken van de ooglens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoornvlies

A

buitenste gedeelte van je oogbol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

iris

A

gekleurde deel van je oog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

netvlies

A

vlies achter je oog waarop het binnenvallende lichtstralen een beeld vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ooglens

A

bolle lens aan de voorzijde van je oog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

pupil

A

De pupil is een donkere opening in je oog waardoor het licht je oog binnenvalt. De pupil regelt de hoeveelheid licht die in je oog valt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

glasachtig lichaam

A

Figuur 1: oog in doorsnede goed leren