5.1 licht, schaduw en spiegels Flashcards

1
Q

Wat zijn lichtbronnen

A

Alles wat licht uitstraalt

Een lamp, de zon, de flitser van een camera, een brandende kaars

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Lichtstraal

A

Een lichtstraal geeft aan welke weg het licht volgt. Een lichtstraal is recht, omdat het licht langs rechte lijnen beweegt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Lichtbundel

A

Veel lichtstralen samen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Straling

A
Verzamelnaam van alle soorten straling: 
microgolven
infrarode straling
licht 
ultraviolette straling
röntgenstraling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

microgolven

A

warmen een magnetron een glas melk opwarmt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

infrarode

A

warmte die een radiator van de centrale verwarming uitstraalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ultraviolette straling

A

straling van de zon die je huis kleurt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

röntgenstraling

A

Van een röntgenapparaat bij de tandarts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurt er als licht op een voorwerp terecht komt?

A
  • absorberen
  • doorlaten
  • terugkaatsen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Absorberen

A

Opnemen van licht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Licht doorlaten

A

Het licht beweegt door het voorwerp heen en komt aan de andere kant weer tevoorschijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Terugkaatsen

A

Terugkaatsen kan op 2 manieren:
spiegelende terugkaatsing: lichtstralen blijven net zo geordend als in de oorspronkelijke lichtbundel
diffuse terugkaatsing: ze bewegen ongeordend alle kanten op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Schaduw

A

Het gebied waar het licht niet kan komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Randstraal

A

Lichtstraal die net niet door een voorwerp wordt tegengehouden
( zie figuur 4)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Lichtstraal bij spiegels

A

Normaal: loodrecht op de spiegel
Hoek van inval: (Li)
Hoek van terugkaatsing: (Lt)

Zie figuur 5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Virtueelbeeld

A

Een beeld dat niet echt is

Zie figuur 6 en 7

17
Q

Gezichtsveld

A

Het gebied dat je via een spiegel kunt zien

18
Q

Hoe teken je het gezichtsveld?

A

met behulp van de spiegelwet. ( Li = Lt)

Zie figuur 9)