5.3 Beenverbindingen Flashcards

1
Q

4 manieren waarop botten met elkaar verbonden kunnen zijn

A
  • vergroeid ( VB heiligbeen)
  • door naad met elkaar verbonden (schedel)
  • door kraakbeen verbonden (ribben aan borstbeen)
  • door gewrichten verbonden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bouw van een gewricht

A

Een gewricht verbind 2 botten met elkaar.
Ene bot heeft gewrichtskogel en andere een gewrichtskolom.
Beide zijn bedekt met een kraakbeenlaagje hierdoor is er minder slijtage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom zijn de kogel en de kolom bedekt met een laagje kraakbeen?

A

Hierdoor kunnen de botten soepel bewegen en is er minder slijtage.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarmee zitten de botten van een gewricht aan elkaar vast

A

met een gewrichtskapsel, dit houdt de botten op hun plaats.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat geeft de binnenkant van het gewrichtskapsel af?

A

gewrichtssmeer, dat is een stroperige vloeistof dat werkt als smeervet. Hierdoor kunnen de botten soepel bewegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar zorgen de kapselbanden voor

A

Ze zorgen voor extra stevigheid van de knie,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

3 typen gewrichten

A
  • kogelgewricht (schoudergewricht)
    -rolgewricht (spaakbeen-ellepijp)
    -scharniergewricht (vingerkootje)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly