5.2 Röntgenstraling Flashcards
Fotonen
Energie die met de lichtsnelheid overgebracht wordt in afzonderlijke energiepakketjes.
Bij röntgenstraling hebben fotonen veel meer energie dan bij zichtbaar licht, waardoor een groot deel van de fotonen dwars door je lichaam kan gaan.
Elektromagnetische straling
Röntgenstraling en licht
Doordringend vermogen
Röntgenstraling gaat gemakkelijk door de huid en door zacht weefsel heen, dat is het doordringend vermogen van de straling.
Ioniserend vermogen
Door de grote energie van fotonen kan röntgenstraling diep in een materiaal doordringen en ook atomen ioniseren.
Als de frequentie van de straling groot is…
Dan is de energie per foton ook groter
Absorptie
Het niet doorlaten van straling: de energie wordt opgenomen in het lichaam.
Bij absorptie van röntgenstraling verdwijnt het foton, en wordt de (foton)energie gebruikt om een atoom te ioniseren.
transmissie
Doorlaten van straling (fotonen die het materiaal wel doordringen)
Intensiteit (I)
De hoeveelheid stralingsenergie die per seconde door een loodrechte oppervlakte van 1 m2 gaat.
(In W/m2)
Halveringsdikte
De dikte van een laag absorberend materiaal waarbij de helft van de röntgenstraling wordt doorgelaten.
De halveringsdikte is voor elk materiaal verschillend.
Doorlaatkromme
Laat zien dat de intensiteit van de doorgelaten röntgenstraling telkens gehalveerd is na elk ‘laagje’ met een dikte gelijk aan de halveringsdikte.
Formule intensiteit
I = i0 x (1/2)n
I0 = invallende röntgenstraling
I = intensiteit in W/m2
n= het aantal halveringsdiktes dat past in de dikte van het absorberend materiaal
Constante van Planck (h)
6,626 x 10-34 J x s
(Hoef je niet uit je hoofd te kennen)
1 eV =
1 eV = 1,6 x 10 -19 J
1 keV =
1 keV = 1 x 10 3 eV