5.2 de motorische ontwikkeling deel 2 Flashcards

1
Q

Wat zijn de relatieve normen van het kind?

A

De gemiddelde leeftijd uit een grote groep, waarin bepaalde gedragingen worden bereikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de bayley scales of infant development?

A

De algemene en cognitieve ontwikkeling van jonge kinderen te meten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het adaptief functioneren, gemeten met de bayley?

A

Vaardigheden in het uitvoeren van dagelijkse handelingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke voorbeelden ziet de bayley dat het kind kan bij 6 weken, 6 maanden en 12 maanden voor de grove motoriek?

A

6 weken: hoofdrechtop, 6 maanden: zitten met hulp, 12 maanden: loopbewegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke voorbeelden ziet de bayley dat het kind kan bij 6 weken, 6 maanden en 12 maanden voor de fijne motoriek?

A

6 weken: volgt met ogen, 6 maanden: grijpt bewegende ring, 12 maanden: slaat pagina van boek om

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke voorbeelden ziet de bayley dat het kind kan met 17, 23 en 38 maanden voor de grove motoriek?

A

17 maanden: staat los, 23 maanden: recent gecoordineerd, 38 maanden loopt trap af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke voorbeelden ziet de bayley dat het kind kan met 17, 23 en 38 maanden voor de fijne motoriek?

A

17 maanden: tekent spontaan, 23 maanden: ringen in flesjes doen, 38 maanden: tekent cirkel na

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom is het van belang voorzichtig te zijn met uitspraken zoals de bayley scales of infant development?

A

Het gaat over gemiddelde en er kunnen grote verschillen zijn in individuen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer is het hanteren van normen vooral nuttig?

A

Als verschillende normgroepen worden gehanteerd voor groepen die grote verschillen laten zien.

(verschillende leeftijdsgroep)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat valt op te merken over culturele verschillen in de ontwikkeling van babies?

A

Verschillende culturele achtergronden groeien met grote verschillen op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de zien in de vroege ontwikkeling van een kind bij weinig motoritsche stimulatie in het lopen?

A

Dat kinderen een vertraagde ontwikkeling heeft (ache kinderen indianen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de zien bij kinderen die worden over gestimuleerd op motorische ontwikkeling bij lopen?

A

Kinderen lopen een paar weken eerder, (kipsigis kenia)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat blijkt uit de lange termijn vershillen tussen de kipsigis en ache kinderen?

A

Dat ze geen verschil in ontwikkeling hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat blijkt vooral belangrijk bij een baby wanneer motorische vaardigheden zich ontwikkelen?

A

Als de ouders dit verwachten, wordt er ook mee geoefend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is en globale richtlijn voor calorieën om binnen te krijgen voor een baby?

A

55 calorieën per halve kilo (2 keer zoveel als bij volwassenen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe wordt het eetpatroon van de baby gereguleerd?

A

Dit wordt door het lichaam geregeld.

17
Q

Hoe werd vroeger aangekeken tegen borstvoeding?

A

Dat het ouderwets is en moeilijk te bepalen hoeveel het kind drinkt.

18
Q

Hoe wordt tegenwoordig aangekeken tegen borstvoeding?

A

Dat het helpt tegen ziekten, infecties en cognitieve groei stimuleert.

19
Q

Wat zijn HMO’s of oligosachariden in borstvoeding?

A

Complexe koolhydraten die het immuun systeem versterken

20
Q

Wat is het colostrum?

A

Borstvoeding in de eerste dagen na de geboorte