4.7 Flashcards
1
Q
Avertir
A
Verwittigen
2
Q
Exagérer
A
Overdrijven
3
Q
S’occuper de
A
Zorgen voor
4
Q
A distance
A
Op afstand
5
Q
Être contente
A
Blij zijn met
6
Q
La publicité
A
de reclame