4.4 Vragen Inzake Realiteitstoetsing Flashcards
1
Q
Noem 13 onderwerpen waarmee je hoofd ‘vol’ kan zitten
A
- Angst
- Gebrek aan zelfvertrouwen
- zelfveroordeling
- slechte concentratie
- te veel moeite doen
- weinig wil om te presteren
- perfectionisme
- te veel over jezelf nadenken
- gevoel van mislukking
- kwaad worden
- verveling
- verwachtingen
- ’ ik ben voortdurend zo tegen mezelf aan het zeggen wat ik doen moet, dat het helemaal niet meer gaat’
2
Q
Met welke 9 angsten kan je hoofd vol zitten?
A
Angst om:
- iets kwijt te raken
- niet vooruit te gaan
- niet goed te doen
- af te gaan
- zelfrespect te verliezen
- niet door een groep geaccepteerd te worden
- fouten te maken
- niet aan verwachtingen te voldoen (van jezelf of van anderen
- op belangrijke momenten in paniek te raken en een blunder te maken
3
Q
Noem 11 vragen die de realiteitszin bevorderen
A
- Wat gebeurt er nu?
- Wat heb je tot nu toe gedaan?
- wat was daarvan het resultaat?
- Wie zijn nog meer betrokken behalve jezelf?
- wie is verantwoordelijk?
- Kunnen dingen verkeerd gaan?
- Wat gebeurt er dan met jou? Welke consequenties heeft dat voor jou?
- wat gebeurt er dan met de andere betrokkenen?
- wat zijn obstakels op weg naar je doel?
- wat houdt je tegen om in actie te komen?
- waar ben je onzeker over?