4.3 Kun je aan het werk Flashcards

1
Q

arbeidsmarkt

A

het geheel van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

aanbod van arbeid

A

komt van de werkenden en werkzoekenden (de beroepsbevolking)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

vraag naar arbeid

A

komt van werkgevers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

arbeidsparticipatie

A

arbeidsdeelname. het percentage van de bevolking dat werkt of wil werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

arbeidsverdeling

A

personen of bedrijven doen werk waarin zij gespecialiseerd zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

krappe arbeidsmarkt

A

de vraag naar arbeid is groter dan het aanbod

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

loon

A

de prijs voor arbeid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

productiesectoren

A

indeling van productie en arbeid in primaire, secundaire, tertiaire en quartaire sector

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

werkloosheid

A

het aanbod van arbeid is groter dan de vraag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

geregistreerd werkloos

A

als je als werkloze ingeschreven bent bij het UWV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verborgen werkloos

A

als er geen werk voor je is en je niet bent ingeschreven bij het UWV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

werkgelegenheid

A

alle banen die er zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly