4.1 Renaissancehoven Flashcards

1
Q

Homo Unviversalis

A

Mens met veelzijdige kennis en vaardigheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Humanisme

A

Intellectuele/literaire/wetenschappelijke beweging. De mens is gods evenbeeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Klassieke oudheid en van wanneer tot wanneer?

A

Grieks/Romeinse beschaving

500v tot 500 na Christus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Anatomie

A

Kennis over hoe het menselijk lichaam in elkaar zit. (Spieren/verhoudingen/bewegingen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoveling

A

Mensen van het hof.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Retorica

A

De kunst om goed te spreken in het openbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welk boek maakt Vasari? Wat voor boek is het?

A

Le Vite eerste kunst geschiedenisboek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Imitatio

A

Navolgen/imiteren van oudere voorbeelden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Aemulatio

A

Het overtreffen van oude voorbeelden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Leonardo Davinci

A

Maakte de Mono Lisa wordt vaak als voorbeeld van de Homo Universalis gegeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Fresco’s

A

Muur of plafondschilderingen aangebracht op een natte kalklaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Homo quadratus

A

Ideale bouwwerk dat dezelfde verhoudingen heeft als het menselijk lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Andere woord voor Homo Quadratus?

A

Vitruviaanse man.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Palladio/welk boek?

A

Italiaanse architect/Quattro libri dell’architettura.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vitruvius

A

Italiaanse architect. Bedenker van Homo Quadratus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Zuilen

A

Vrijstaand/verticaal/cilindervormige ondersteuning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Villa suburbana/door wie ontworpen?

A

Zomer verblijven buiten de stad. Ontworpen door Palladio.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

medici

A

Rijke familie uit Florence Italië.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Pallazo

A

Groot gebouw (woon/werk) paleis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Amfi theater

A

Ovaal theater/oplopende zitplaatsen.

21
Q

De Uffizi

A

Kantorencomplex.

22
Q

Mecenas

A

Persoon met geld die het geeft voor het maken/behouden van kunst. (Opdrachten/verzamelen kunst)

23
Q

Stravaganza

A

Uitbundige feesten.

24
Q

Toneel machinerieën

A

Mechanische installaties voor theater-> decors/effecten.

25
Q

Naumachia

A

Nagespeeld zeegevecht (met oorlogs schepen op schaal)

26
Q

Komedie

A

Drama vorm uit Griekenland.

27
Q

Intermedi

A

Tussendoor (tussen spel bij toneelstuk) dans, muziek, spektakel, zang.

28
Q

Opera

A

Muzikaal drama (zang/orkest) (muziek tekst belangrijk)

29
Q

Coulissen

A

Verplaatsbare decorstuk (toneel doek).

30
Q

Traktaat

A

Verklaring afgebakend onderwerp. (Kunst religie) pamflet of boek.

31
Q

Tragedie

A

Dramavorm (Griekenland) liefde/verraad/wraak.

32
Q

Gotiek

A

Laat Middeleeuwse stijl (luchtbogen/spitsbogen/grote ramen).

33
Q

Satire

A

Theater vorm (oudheid) spot met mensen/ gebeurtenissen.

34
Q

Lijst theater

A

Opening toneel omlijst waardoor het publiek naar het toneel kijkt als een schilderij.

35
Q

Naumachia

A

Nagespeeld zeegevecht.

36
Q

Commedia dell ‘arte

A

Volkse straattoneel.

37
Q

Maschere

A

Maskers

38
Q

Madrigaal

A

Niet kerkelijk lied.

39
Q

Affectenleer

A

Muziek theorie (muzikale middelen/toonsoorten) intrumenten-> gevoelens uitdrukken.

40
Q

Kapelmeester

A

Dirigent.

41
Q

L’Orfeo

A

Een van de oudste operas die nu nog wordt opgevoerd.

42
Q

Basso continuo

A

Doorlopende bas (als begeleiding).

43
Q

Recitatieven

A

Onderdeel opera- solist vertelt verhaal.

44
Q

Aria

A

Lied met 1 zangstem.

45
Q

Prima practica

A

Muziekstijl 16e eeuw (renaissance) -> toonladders.

46
Q

Seconda pratica

A

Compositie vrijheid.

47
Q

Dissonanten

A

Een samenklank die schril klinkt (niet mooi).

48
Q

Venetiaans opera

A

Eerste opera huis.