4.1 Flashcards
begrippen
1
Q
Geleider
A
Stof waar een elektrische stroom gemakkelijk doorheen kan lopen
2
Q
Isolator
A
Stof die een elektrische stroom niet of heel slecht door laat
3
Q
Lading
A
Hoeveelheid elektriciteit
4
Q
Schakelaar
A
Onderdeel van een stroomkring, waarmee je de stroomkring kunt openen of sluiten.
5
Q
Stroomkring
A
Geheel van geleidende delen van snoeren, lampen enz., waar stroom doorheen kan lopen.
6
Q
Stroommeter
A
Instrument waarmee je kunt bepalen hoe groot de stroom door een stroomkring is.
7
Q
Stroomsterkte
A
Hoeveelheid lading die per seconde voorbij komt, op een punt in de schakeling.