4.1 Flashcards

1
Q

Hoe ging Rome gebieden veroveren?

A

Rome had een steeds groter leger. Hiermee veroverde Rome vanaf 340 v.C bijna heel Italië.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe werd Rome een wereldrijk en hoe werd het rijk bestuurd?

A

Rome onderwierp gebieden rond de Middellandse zee in West-Europa. Gouverneurs bestuurden provincies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe werd Rome eerst bestuurd?

A

Rome was eerst een koninkrijk en vanaf 509 v.C een republiek waarin de senaat het meeste macht had.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe leidden burgeroorlogen tot het ontstaan van het keizerrijk.

A

Door de verovering onstonden burgeroorlogen tussen machtige kegeraanvoerders zoals Julius Caesar. In 27 v.C kreeg Octavianjus alle politieke macht in handen en werd Rome een keizerrijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe zorgt een keizer voor vrede in het rijk.

A

Keizer Augusten en zijn opvolgers zorgden met hun leger voor twee eeuwen van vrede in het rijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe verliep de oorlog met Carthago.

A

Rome versloeg Carthago in drie oorlogen op land en zee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wereldrijk

A

Een groot rijk met meerdere werelddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Burgeroorlog

A

Oorlog binnen een staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Senaat

A

Vergadering met mannen uit aanzienlijke Romeinse families

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Dictator

A

Alleenheerser

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Keizer

A

Vorst van een groot rijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gouverneur

A

Bestuurder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Republiek

A

Staat zonder vorst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Overheid

A

Regering, bestuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Imperialisme

A

Als een staat zijn macht uitbreidt over een groot gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly