4) Regering en kabinet Flashcards

1
Q

Algemene Beschouwingen

A

Debatten die worden gehouden naar aanleiding van plannen die bekend worden gemaakt op Prinsjesdag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ambtenaar

A

Persoon die werkt voor de overheid (en dus niet gekozen is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Coalitiepartijen

A

Partijen die samen de ministers en staatssecretarissen naar voren schuiven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Compromissen

A

Partijen geven op verschillende zaken toe om samenwerking mogelijk te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Informatieplicht

A

Ministers staatssecretarissen zijn verplicht de Tweede Kamer te voorzien van informatie die gaat over hun onderwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Minister

A

Persoon die verantwoordelijk is voor een bepaald onderwerp (zoals onderwijs zorg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Minister-president

A

De voorzitter van ministers, hij wordt als leider van het land gezien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ministeriële verantwoordelijkheid

A

Ministers zijn verantwoordelijk voor het beleid dat ambtenaren bedenken en uitvoeren. Bij grote fouten van anderen worden minister verantwoordelijk gehouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Prinsjesdag

A

De dag waarop de regering haar plan presenteert voor het aankomende jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Regeerakkoord

A

Akkoord tussen de coalitiepartijen waarin ze afspreken hoe ze gaan samenwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Regering

A

Ministers en de koning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Staatssecretaris

A

Persoon die een deel van de taak van de minister overneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Troonrede

A

Toespraak van de koning tijdens Prinsjesdag waarin plannen van de regering worden uitgesproken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Uitvoerende macht

A

Minister en staatssecretarissen voeren de plannen van de Eerste en de Tweede Kamer uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly