2) Nederlandse democratie Flashcards
1
Q
Actief kiesrecht
A
Stemmen op een kandidaat (partij)
2
Q
Belang
A
Reden om voor of tegen iets te zijn
3
Q
Constitutionele monarchie
A
Een land met een grondwet en een koning(in)
4
Q
Kabinet
A
Ministers en staatssecretarissen
5
Q
Kiesrecht
A
Het recht dat iedereen boven de 18 jaar in Nederland mag stemmen
6
Q
Passief kiesrecht
A
Iedereen mag zich verkiesbaar stellen
7
Q
Politiek
A
De wijze waarop besluiten worden genomen in een land
8
Q
Regering
A
Ministers en de koning
9
Q
Verzorgingsstaat
A
Land waar de overheid deels verantwoordelijk is voor het inkomen en de gezondheid van burgers