2) Nederlandse democratie Flashcards

1
Q

Actief kiesrecht

A

Stemmen op een kandidaat (partij)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Belang

A

Reden om voor of tegen iets te zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Constitutionele monarchie

A

Een land met een grondwet en een koning(in)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kabinet

A

Ministers en staatssecretarissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kiesrecht

A

Het recht dat iedereen boven de 18 jaar in Nederland mag stemmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Passief kiesrecht

A

Iedereen mag zich verkiesbaar stellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Politiek

A

De wijze waarop besluiten worden genomen in een land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Regering

A

Ministers en de koning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verzorgingsstaat

A

Land waar de overheid deels verantwoordelijk is voor het inkomen en de gezondheid van burgers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly