4. Menstruatiecyclus Flashcards

1
Q

Wat is menstruatie?

A

Als een meisje/vrouw bloed en baarmoederslijmvlies verliest door de vagina. Dit gebeurt voor het eerst in de puberteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe vaak vindt een menstruatie gemiddeld plaats?

A

1x per maand.
Vanaf ongeveer 50 jaar is een vrouw niet meer vruchtbaar en stopt de menstruatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de menstruatiecyclus?

A

De periode tussen 2 opeenvolgende menstruaties.

De gemiddelde duur van een menstruatiecyclus is 25 tot 35 dagen. Halverwege treedt de ovulatie op, rond deze tijd is de vrouw dus vruchtbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer is een vrouw zwanger?

A

Als er een bevruchting heeft plaatsgevonden.

Dus een eitje is bevrucht door een zaadcel en is ingenesteld in de baarmoeder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar vindt bevruchting plaats?

A

In de eileider, na bevruchting deelt de eicel zich. Trilharen aan de binnenwand van de eileider beweegt de delende bevruchte eicel naar de baarmoeders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is innestelen?

A

Het vastzetten van de bevruchte eicel in het dikke baarmoederslijmvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wannee treedt ovulatie (eisprong) op?

A

Ongeveer 1x per 4 weken, meestal afwisselend in een van de beide eileiders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt het follikelweefsel genoemd dat in de eierstok achterblijft?

A

Het gele lichaam of corpus luteum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar of niet waar?
Een onbevruchte eicel leeft ongeveer 12 uur?

A

Waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat gebeurt er met de eicel als hij niet bevrucht wordt?

A

Dan wordt de eicel afgebroken, de resten van de eicel worden door de cellen van de wand van de eileider opgenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar of niet waar?
Alle eicellen zijn bij de geboorte van een vrouw al in de eierstokken aanwezig?

A

Waar, dit zijn enkele tienduizenden cellen in een rusttoestand aanwezig.

Om al deze cellen zit nog een laag andere cellen, dit samen is een jonge follikel. Vanaf de puberteit rijpen de follikels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er tijdens een menstruatie?

A

Het baarmoederslijmvlies wordt afgestoten wanneer er geen bevruchting heeft plaatsgevonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly