3e vervoeging (deel 1) - partIRE Flashcards
1
Q
ik vertrek
A
io parto
2
Q
jij vertrekt
A
tu parti
3
Q
hij/zij/u vertrekt
A
lui/lei/Lei parte
4
Q
wij vertrekken
A
noi partiamo
5
Q
jullie vertrekken
A
voi partite
6
Q
zij vertrekken
A
loro partono