3C1 week 3 Flashcards

1
Q

wat betekent doelmatigheid?

A

je doel bereiken met matige middelen (economisch)

systematische analyse van zorgprogramma’s m.b.t. gezondheidseffecten, kosten en overige aspecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe bereken je een IKER (incrementele kosteneffectiviteitsratio)?

A

(kosten nieuwe interventie - kosten oude interventie) delen door (effecten (bv QALY’s) nieuwe interventie - effecten oude interventie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wanneer vinden we iets kosteneffectief?

A

geen officiële drempelwaarde maar advies Zorginstituut:

ziektelast:
0,1 - 0,4 -> 20000/QALY
0,41 - 0,7 -> 50000/QALY
0,71 - 1 -> 80000/QALY

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is budget impact?

A

Wat moet je uitgeven in 1 jaar voor een bepaalde zorg- behandelingsprogramma op te stellen.

hoeveel moet je meer betalen voor een bepaalde interventie per persoon

Hoeveel patienten x (kosten nieuwe beleid - kosten oude beleid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe combineer je doelmatigheid en kosteneffectiviteit?

A

vergelijkende analyse van 2 of meer zorgprogramma’s in termen van effecten en kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe bereken je een QALY?

A

QALY = Y (aantal levensjaren) x V(Q) (de waardering voor het leven in een bepaalde gezondheidstoestand)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waarom stijgen de zorguitgaven?

A
  • sociale ziektekostenverzekeringen
  • toename welvaart leidt tot toename zorguitgaven
  • aandeel ouderen in bevolking neemt toe
  • voortschrijdende medicalisering
  • consumenten stellen steeds hogere eisen
  • relatief lage eigen betalingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke 3 stadia kan je onderscheiden in de hervormingen van het zorgstelsel?

A
  • toegankelijkheid: ziekefondsbesluit en ziekefondswet
  • kostenbeheersing: wet ziekenhuisvoorzieningen en wet tarieven gezondheidszorg
  • doelmatigheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wanneer is de zorgverzekeringswet geïntroduceerd en wat is het?

A

2006, ieder individu 1 basisverzekering met gereguleerde concurrentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn de 3 belangrijkste elementen ven gereguleerde concurrentie?

A
  • vrijheid van verzekeraars om te bepalen waar, door wie en onder welke voorwaarden zorg wordt geleverd. contract met ene ziekenhuis maar niet de andere
  • vrijheid van verzekerden om een verzekering te kiezen
  • concurrentie vindt plaats binnen een wettelijk kader wat vastgelegd is in de zorgverzekeringswet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de mededingingswet?

A

wet over concurrentie tussen zorgaanbieders, onderdeel van zorgverzekeringswet. Je kan als arts niet beïnvloed worden door de zorgverzekeraar. Verboden om onderlinge afspraken over tarieven en marktverdeling maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is risicoverevening?

A

zorgverzekeraars met relatief veel slecht risico patiënten en dus hoge verwachte kosten worden gecompenseerd (45% van de totale kosten basisverzekering)
dit hoort risicoselectie tegen te gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke 3 knelpunten zijn er van het gezondheidssysteem?

A
  • gebrekkige transparantie
  • inadequate bekostigingsmethodiek
  • imperfecte risicoverevening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke 2 soorten beslissingen qua beleid voor een patient heb je?

A
  • Effective decision: er is 1 optimale behandeling en er is geen sprake van keuze
  • Preference-sensitive decision: verschillende behandelingen zijn beschikbaar en er is geen duidelijk bewijs welk van de behandelingen beter is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is shared-decision making?

A

artsen en patiënten communiceren samen op basis van het best beschikbare bewijs over een te maken beslissing. Lastig want voorkeuren niet goed te voorspellen o.b.v. patientkenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn de 4 stappen van shared-decision making?

A
  • Arts informeert patiënt dat er een beslissing wordt genomen waar hij een bijdrage aan kan leveren
  • Arts legt behandelopties uit en voor- en nadelen relevante opties
  • Bespreek de voorkeuren
  • Bespreken in hoeverre patiënt betrokken wil worden bij de besluitvorming
17
Q

wat is de klassieke indeling van indicatoren voor de zorg volgens Donabedian en de voor- en nadelen?

A
  • Structuurmaten: aantal bedden, aanwezigheid stroke unit etc.
  • Procesmaten: geven direct een suggestie voor verbetering, alleen gaan ze over een deel van de zorg en minder relevant voor een patiënt
  • Uitkomstmaten: relatief makkelijke manier van verzamelen en de relevantie voor patiënten. Uitkomsten geven geen idee wat er precies slecht gaat
18
Q

wat is rankability? bijv 70%

A

70% van de gevonden variatie tussen ziekenhuizen is toe te schrijven aan de kwaliteit van de zorg. andere 30% is toeval

19
Q

welke vormen van toegankelijkheid tot de zorg heb je?

A
  • Geografische toegankelijkheid: voorzieningen waarbij iedereen binnen redelijke tijd benodigde zorg krijgt
  • Tijdige toegankelijkheid: zorg binnen redelijke termijn beschikbaar. 88% van de ziekenhuisafdelingen kan binnen 7 weken een vorm van behandeling geven. GGZ niet
  • Culturele toegankelijkheid: zorg die acceptabel is voor verschillende bevolkingsgroepen
  • Financiële toegankelijkheid: iedereen kan de zorg betalen die hij nodig heeft
20
Q

welke 4 opties heb je voor de toekomst van hiv-zorg

A
  • Doorzetten van het actuele beleid
    o Het werkt dus waarom veranderen. Stand-alone hiv-klinieken blijven bestaan
  • Taakverschuiving
    o Delegeren van taken naar minder gespecialiseerde zorgmedewerkers (arts -> verpleegkundige)
  • Decentralisatie
    o Verplaatsen van taken en verantwoordelijkheden naar andere locaties
  • Integratie:
    o Samenvoegen van verschillende delen zoals specifieke zorg en eerstelijnszorg
21
Q

in welke 6 dimensies kan je de kwaliteit van de zorg onderverdelen?

A
  • veilig
  • effectiviteit
  • tijdig
  • gelijk
  • efficient
  • patientgerichtheid
22
Q

welke 3 pathways van kwaliteitsverbetering zijn er voor ziekenhuizen?

A
  • Change pathway: gebieden identificeren die slechter presteren en de kwaliteit van zorg daar verbeteren.
  • Selection pathway: patiënten of hun tussenpersonen gebruiken informatie over de kwaliteit van zorg te verbeteren. Belonen beter presterende ziekenhuizen door provider status te geven
  • Reputation pathway: providers proberen de kwaliteit te verbeteren omdat ze zich zorgen maken over hun reputatie
23
Q

wat is reactieve zorg en proactieve zorg?

A

Reactieve zorg: zorg die volgt nadat problemen, symptomen of complicaties zich aandienen
Proactieve zorg: zorg waarbij er geanticipeerd wordt op problemen, symptomen of complicaties die gegeven de aandoening voor zouden kunnen doen

24
Q

welke vormen van samenwerking in de zorg heb je?

A
  • Interprofessionele samenwerking: tussen verschillende disciplines
  • Transmuraal: zorg die over de muren van organisaties reikt
  • Ketenzorg/netwerkzorg: verschillende zorgaanbieders vormen opeenvolgende schakels in het ziekteproces