391 401 Flashcards
1
Q
bibere
A
-o bibi,- drinken
2
Q
canere
A
-o cecini,- zingen bezingen
3
Q
fluere
A
-o fluxi fluxum vloeien
4
Q
intellegere
A
-o intellexi intellectum begrijpen
5
Q
vivere
A
-o vixi victum leven
6
Q
offere
A
obtuli oblatum aanbieden
7
Q
bene
A
bijwoord goed
8
Q
forte
A
(bijwoord) toevallig
9
Q
frustra
A
bijwoord tevergeefs
10
Q
multum of multo
A
bijwoord veel
11
Q
sicut
A
ondersch voegwoord zoals