3.3 Internet (IP) Flashcards

1
Q

Wat is het Internet?

A

Wereldwijde internet dat we dagelijks gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een internet?

A

Een internetwerk, bestaande uit internetwerken, die weer …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waaruit bestaat een netwerk?

A

Uit computers die direct met elkaar verbonden zijn. BV via Ethernet of Wi-Fi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn routers?

A

Apparaten verantwoordelijk voor doorsturen gegevens tussen verschillende netwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat maakt IP (Internet Protocol) mogelijk?

A

Internetwerk bouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waaruit bestaat een IP?

A

Adressensysteem - elke computer (host) op het netwerk krijgt een uniek adres (= IP-adres)

Datagrammodel - gegevens worden verstuurd in kleine pakketten (datagrams)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurt er als een IP-pakket te groot is en wat bepaalt of het te groot is?

A

Het IP-systeem splitst het pakket dan op in kleinere stukken (= fragmentatie). Dit is afhankelijk van het MTU (Maximum Transmission Units)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat bevat elk IP-pakket en waar bestaat dat uit?

A

Het bevat een header met:
- versie (bv IPv4)
- TTL (Time To Live = hoeveel routers het mag passeren voor het weggegooid wordt)
- bron- en bestemmingsadres

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waaruit bestaat een IP-adres?

A

Netwerkdeel - geeft aan met welk netwerk de host verbonden is

Hostdeel - identificeert een specifieke host binnen dat netwerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoelang is een IP-adres?

A

32 bits

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is subnetting?

A

Het opdelen van 1 netwerkadres in kleinere subnetwerken (subnets)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe werkt subnetting?

A

Een subnetmasker toevoegen aan netwerkadres, hiermee wordt het netwerkdeel opgesplitst in subnetdelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waaruit bestaat een subnet?

A

Netwerkadres: 192.168.1.0

Subnetmasker: 255.255.255.0 (of in CIDR /24)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe bepaal je het aantal beschikbare IP-adressen in een netwerk?

A

2^aantal bits die over is voor hostdeel. Dus in het geval van /24 is het: 32 - 24 = 8, dus 2^8 = 256 IP-adressen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe bepaal je het laagste IP-adres?

A

Dit is het eerst bruikbare hostadres, komt na het netwerkadres:
Netwerkadres = 192.168.1.0
Laagste IP-adres = 192.168.1.1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe bepaal je het hoogste IP-adres?

A

Dit is de laatst bruikbare hostadres, vlak voor broadcastadres:
Broadcastadres = 192.168.1.255
Hoogste IP-adres = 192.168.1.254

17
Q

Hoe verstuurt een netwerk gegevens naar apparaten?

A

Aangezien een netwerk alleen fysieke adressen (hardware) begrijpt en geen IP-adressen, gebruikt het MAC-adressen van Ethernet kaarten. Het vertalen van IP-adres naar MAC-adres gebeurt via ARP:
Wanneer een apparaat een IP-pakket naar een ander apparaat in hetzelfde netwerk wil sturen, maar het MAC-adres niet kent, verzendt het een ARP-verzoek. Dit verzoek vraagt “Wie heeft dit IP-adres?” en het apparaat met dat IP-adres stuurt een ARP-antwoord terug met zijn MAC-adres. Het verzendende apparaat gebruikt dan dit MAC-adres om het pakket naar het juiste apparaat te sturen.