3.3 Internet (IP) Flashcards
Wat is het Internet?
Wereldwijde internet dat we dagelijks gebruiken
Wat is een internet?
Een internetwerk, bestaande uit internetwerken, die weer …
Waaruit bestaat een netwerk?
Uit computers die direct met elkaar verbonden zijn. BV via Ethernet of Wi-Fi
Wat zijn routers?
Apparaten verantwoordelijk voor doorsturen gegevens tussen verschillende netwerken
Wat maakt IP (Internet Protocol) mogelijk?
Internetwerk bouwen
Waaruit bestaat een IP?
Adressensysteem - elke computer (host) op het netwerk krijgt een uniek adres (= IP-adres)
Datagrammodel - gegevens worden verstuurd in kleine pakketten (datagrams)
Wat gebeurt er als een IP-pakket te groot is en wat bepaalt of het te groot is?
Het IP-systeem splitst het pakket dan op in kleinere stukken (= fragmentatie). Dit is afhankelijk van het MTU (Maximum Transmission Units)
Wat bevat elk IP-pakket en waar bestaat dat uit?
Het bevat een header met:
- versie (bv IPv4)
- TTL (Time To Live = hoeveel routers het mag passeren voor het weggegooid wordt)
- bron- en bestemmingsadres
Waaruit bestaat een IP-adres?
Netwerkdeel - geeft aan met welk netwerk de host verbonden is
Hostdeel - identificeert een specifieke host binnen dat netwerk
Hoelang is een IP-adres?
32 bits
Wat is subnetting?
Het opdelen van 1 netwerkadres in kleinere subnetwerken (subnets)
Hoe werkt subnetting?
Een subnetmasker toevoegen aan netwerkadres, hiermee wordt het netwerkdeel opgesplitst in subnetdelen
Waaruit bestaat een subnet?
Netwerkadres: 192.168.1.0
Subnetmasker: 255.255.255.0 (of in CIDR /24)
Hoe bepaal je het aantal beschikbare IP-adressen in een netwerk?
2^aantal bits die over is voor hostdeel. Dus in het geval van /24 is het: 32 - 24 = 8, dus 2^8 = 256 IP-adressen
Hoe bepaal je het laagste IP-adres?
Dit is het eerst bruikbare hostadres, komt na het netwerkadres:
Netwerkadres = 192.168.1.0
Laagste IP-adres = 192.168.1.1