Brainscape's Knowledge GenomeTM

Browse over 1 million classes created by top students, professors, publishers, and experts.


See full index

Medische Terminologie 1 > 3; Ontsteking & Infectie > Flashcards

3; Ontsteking & Infectie Flashcards

1
Q

abces

A

etterbuil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

aerogene besmetting

A

besmetting door/via lucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

aids

A

veroorzaakt door HIV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

antigeen

A

lichaamsvreemde stof zorgt voor antistoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

antistof

A

eiwitten tegen antigeen; immunoglobuline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

asymptomatisch

A

zonder ziekteverschijnsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bacil

A

staafvormige bacterie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

bacterie

A

micro-organismen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

besmetten

A

ziekteverwekker overbrengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bronchitis

A

ontsteking grotere luchtwegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

calor

A

warmte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

capillair

A

haarvat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

catarre

A

ontsteking slijmvliezen met afscheiding slijm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

cervixcarcinoom

A

baarmoederhalskanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

cutane besmetting

A

besmetting via huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

diarree

A

buikloop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

dolor

A

pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

empyeem

A

pusvorming in bestaande holte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

enterale besmetting

A

besmetting via spijsvertering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

erythema infectiosum

A

5e ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

exanthema subitum

A

6e ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

fagocytose

A

het opeten van bacterien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

fistel

A

pijpzweer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

fluor albus

A

vaginale afscheiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

functio laesa

A

gestoorde functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

furunkel

A

steenpuist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

genitalien

A

in/uitwendige geslachtsorganen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

gonorroe

A

druiper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

hematogeen

A

via bloedbaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

hematogene besmetting

A

besmetting via bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

hepatitis

A

leverontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

herpes

A

virusziekte met blaasjes

33
Q

herpes labialis

34
Q

herpes zoster

A

gordelroos

35
Q

hiv

A

Humaan immunodeficientievirus

36
Q

immunoglobuline

A

antistof; gemaakt door eiwit+antigeen

37
Q

immuun

A

niet vatbaar voor infectie

38
Q

incubatietijd

A

tijd tussen besmetting en uitbreken ziekte

39
Q

infaust

A

ongunstige prognose

40
Q

infectie

A

binnendringen/vermenigvuldingen van ziekteverwekkers

41
Q

inflammatio

A

ontsteking

42
Q

influenza

43
Q

karbunkel

A

opeenhoping steenpuiust

44
Q

kokken

A

bolvormige bacterien

45
Q

malaise

A

onwel voelen

46
Q

mononucleosis infectiosa

47
Q

morbili

48
Q

necrose

A

afsterven weefsel

49
Q

parotitis epidemica

50
Q

pathogeen

A

ziekmakend

51
Q

pertussis

52
Q

pneumonie

A

longontsteking

53
Q

poliomyelitis

A

kinderverlamming

54
Q

prodromale verschijnselen

A

voortekenen ziekte

55
Q

prognose

A

vooruitzicht

56
Q

protozoon

A

eencellige parasiet

57
Q

pus

58
Q

pyemie

A

door sepsis gevormde abces

59
Q

reconvalescentieperiode

A

herstelperiode na ziekte

60
Q

resistentie

A

weerstand van organisme tegen infectie

61
Q

rinitis

A

neusverkoudheid

62
Q

rubella

63
Q

rubor

64
Q

scabies

65
Q

scarlatina

66
Q

secundaire infectie

A

ontsteking na primaire infectie

67
Q

sepsis

A

uitzaaing bacterie via bloed

68
Q

spirocheet

A

spiraalvormige bacterie

69
Q

spruw

A

ontsteking van mondslijmvlies door gist

70
Q

symptoom

A

ziekteverschijnsel

71
Q

tetanus

A

wondkramp/kaakklem

72
Q

tinea pedis

A

zwemmerseczeem

73
Q

toxine

A

schadelijke stof

74
Q

tumor

A

gezwel/zwelling

75
Q

vaccinatie

A

toedienen van dode/verzwakte ziekteverwekkers om afweer op te wekken tegen ziekteverwekkers

76
Q

varicella

A

waterpokken

77
Q

virulentie

A

ziekmaken vermogen van micro organismen

78
Q

virus

A

ziekteverwekkend micro-organismen

Medische Terminologie 1 (8 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2025 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions