3. Landschappen In Afrika Flashcards
Atmosfeer
De luchtlaag om de aarde. Heet ook dampkring.
Condenseren
Het veranderen van waterdamp (gasvormig) in vloeibaar water.
Dampkring
De luchtlaag om de aarde. Heet ook atmosfeer.
Droog klimaat
Klimaat met weinig tot geen neerslag.
Duurzame energiebron
Energiebron die niet vervuilt en nooit opraakt, zoals windenergie en zonne-energie.
Etage
Verschillende verdiepingen van begroeiing in het tropische regenwoud.
Gematigd klimaat
Klimaat waarbij het niet heel warm en niet heel koud is, en waar het hele jaar of een deel van het jaar neerslag valt.
Gematigde zone
Luchtstreek tussen de 23½° en 66½° N.B. en Z.B.
Irrigratie
Water op het land brengen om gewassen te laten groeien.
Klimaat
Het gemiddelde weer over een periode van dertig tot veertig jaar.
Klimaatgrafiek
Grafiek die de gemiddelde temperatuur en de gemiddelde neerslag per maand van een bepaalde plaats laat zien.
Koud klimaat
Klimaat waarbij de temperatuur het hele jaar laag is, in de zomer niet hoger dan 10 °C, en waarbij er vaak weinig neerslag valt, meestal als sneeuw.
Luchtstreek
Zone op aarde die is ingedeeld op basis van de temperatuur. Er zijn drie zones: de tropen, de gematigde zone en de poolstreek.
Neerslag
Water dat in vaste of vloeibare vorm uit de dampkring op aarde valt.
Nomade
Iemand zonder vaste woonplaats.